Module 4 Hoofdstuk 1.2 en 1.3

Module 4, Hoofdstuk 1 

1.2.2 t/m 1.3.3 

Aanbieden van activiteiten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DagbestedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module 4, Hoofdstuk 1 

1.2.2 t/m 1.3.3 

Aanbieden van activiteiten

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Een activiteit is een verrichting met als doel om deelnemers te betrekken, te vermaken of te informeren, afhankelijk van het type activiteit en de doelgroep.

De cliënt stimuleren om mee te doen aan een activiteit is een belangrijke taak van de (persoonlijk) begeleider. Hierbij ondersteun je ook de participatie van de cliënt.

Je biedt niet zomaar een willekeurige activiteit aan maar je praat met de cliënt, achterhaalt zijn doelen en persoonlijke interesses en bedenkt activiteiten die hierbij aansluiten.


Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de aandachtspunten bij het aanbieden van een activiteit:

Slide 3 - Open vraag

Aandachtspunten
  • Wees uitnodigend: nodig cliënten persoonlijk uit om mee te doen aan een activiteit;
  • Motiveer: enthousiasmeer cliënten om mee te doen;
  • Wees duidelijk: leg aan de cliënten uit wat het doel, de inhoud en de duur van de activiteit is;
  • Sluit aan: zorg ervoor dat de activiteit die je aanbiedt, aansluit bij de cliënt, zijn mogelijkheden en zijn wensen.
  • Voel aan: geef de cliënt de ruimte om de activiteit in zijn tempo te verrichten
  • Maak het praktisch: leg van tevoren de materialen klaar die je nodig hebt voor de activiteit. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke vragen kun je stellen die aansluiten bij de persoonlijke interesses van de client

Slide 5 - Open vraag

Vragen die aansluiten zijn: 
  • Wat vind je leuk om te doen?
  • Waar word je blij, rustig of tevreden van?
  • Deed je vroeger iets waar je blij van werd, wat je wel weer zou willen doen?
  • Heb je iets gezien wat je wilt proberen?

Slide 6 - Tekstslide

Wat versta je onder methodisch werken?

Slide 7 - Open vraag

Methodisch werken
De voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de activiteit volgens een bepaalde werkwijze/systeem uitvoeren

Slide 8 - Tekstslide

Module 4 Hoofdstuk 1
Leerdoelen 
  • Je kunt toelichten met welke aandachtspunten je rekening houdt bij het uitvoeren, begeleiden en evalueren van een activiteit.
  • Je kunt toelichten wat de aandachtspunten zijn bij de keuze van een locatie en bij de financiering en promotie van een activiteit.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Voorbereiden van de activiteit
Het voorbereiden van een activiteit is de eerste stap in methodisch werken bij activiteiten. Je moet hier net zo veel aandacht aan besteden als aan de uitvoering en evaluatie. 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbereiden van de activiteit
Maak een checklist. Hierop staan in ieder geval: 

  • een beschrijving van de activiteit (inhoud, werkvorm, soort activiteit);
  • de doelgroep van de activiteit (individueel of groep, minimaal en maximaal aantal deelnemers, niveau, eventuele instap-/deelnamevoorwaarden);
  • de tijd, locatie en duur van de activiteit;
  • de benodigde materialen voor de activiteit;
  • de begeleiding van de activiteit (denk hierbij ook aan stagiaires, leerlingen en vrijwilligers);
  • de eventuele kosten van de activiteit en/of aanschaf materialen (voor de deelnemer).







Slide 12 - Tekstslide

Uitvoeren van de activiteit
Stimuleer, check, instrueer en bekrachtig

  • Ook houd je oog voor de cliënt. Begrijpt hij de activiteit? Heeft de cliënt er plezier in? Lukt het (voldoende) om de activiteit te verrichten?
  • Stimuleren: ben enthousiast en geef het goede voorbeeld; 
  • Checken: stel de cliënt vragen over of hij de activiteit snapt, of hij nog iets wil weten of nodig heeft;
  •  Instrueren: uitleg geven, bijvoorbeeld over de regels en uitvoering van de activiteit; 
  •  Bekrachtigen doe je door tijdens de activiteit een compliment te geven. 'Dat doe je goed!' of 'Dat ziet er al heel mooi uit zeg!'

Slide 13 - Tekstslide

Evalueren van de activiteit
Door te evalueren kun je:
  • De doelen bijstellen; 
  • Misschien heeft de cliënt een ander soort activiteit nodig? 
  • Aanpassing in de tijd (langer of korter);
  • Is de ruimte goed geweest? 
  • Meer of minder instructies of kleinere stappen;
  • De activiteit sluit niet of onvoldoende aan bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt.


Slide 14 - Tekstslide

Keuze voor financiering & locatie
Dit is vaak de verantwoordelijkheid van de persoonlijk begeleider of de leidinggevende. 

De keuze voor de locatie van de activiteit is belangrijk. Je let hierbij op de volgende aspecten:
  • mobiliteit: Kunnen cliënten komen, houdt rekening met beperkingen van de cliënt
  • veiligheid: Cliënten met dementie voelen zich veiliger in een bekende omgeving met veel herkening. Pas het werkmateriaal aan en zorg voor beschermende kleding. 
  • toegankelijkheid en faciliteiten: Denk hierbij aan aanpassingen zoals tilliften, rolstoeltoiletten, handgrepen of routemarkeringen op de vloer.

Let erop dat de cliënt zich voldoende vrij kan bewegen en de paden en ruimtes toegankelijk zijn voor iemand in bijvoorbeeld een rolstoel. 



Slide 15 - Tekstslide

Activiteitenschema uitwerken.

Werk de casus van Betsie uit in een activiteitenschema

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Module 4
Hoofdstuk 1
Opdracht 7 t/m 11 +
onderdeel "Begrijp je de theorie"

Slide 17 - Tekstslide