V5 - les 6 - escribir sobre entorno

timer
1:00
Escribe aquí tres palabras sobre tus personajes de tu serie en español
1 / 26
volgende
Slide 1: Woordweb
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
1:00
Escribe aquí tres palabras sobre tus personajes de tu serie en español

Slide 1 - Woordweb

Clase de español - V5
Viernes, 6 de octubre de 2023
Objetivo: 
Al final de la clase sabes la forma y uso del futuro y el condicional y has escrito el párrafo sobre el entorno

Slide 2 - Tekstslide

Hoy en clase
La clase anterior
Presentaciones
Mejorar y terminar párrafo personajes
Escribir sobre el entorno
La evaluación
Los deberes para la siguiente clase

Slide 3 - Tekstslide

La clase anterior (reseña)
  1. Explica lo que es concordancia.
  2. ¿Cómo se forma los verbos del indefinido?
  3. ¿Cómo se forma los verbos del imperfecto?
  4. ¿Cuándo se usa el indefinido?
  5. ¿Qué párrafos has escrito ya en tu reseña?
  6. ¿Cuál es la gran diferencia entre el uso de ser y estar?

Habla con tu compañero en holandés responiendo a las preguntas.
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Welke beschrijving past het beste bij bij de imperfecto?
A
Vertellen over de serie van afgelopen week.
B
Beschrijvingen geven van de personages in het verleden.
C
Zeggen wat de personages aan het doen zijn.
D
Vertellen wat een personage onlangs in een serie heeft gedaan.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de ik persoon van de presente van saber?
A
supe
B
sabo
C
D
sabía

Slide 6 - Quizvraag

Welk werkwoord gebruik je bij deze zin: En la serie el personaje principal siempre ....... un bigote y gafas
A
ha llevado
B
llevó
C
llevaba

Slide 7 - Quizvraag

hay/ser o estar en esta frase:
El lugar principal donde se desarrollaba la serie .......en Madrid
A
estaba
B
era
C
había

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de ik persoon van de presente van conocer?
A
conoco
B
conocó
C
conosco
D
conozco

Slide 9 - Quizvraag

Escribe los participios de:
aprender, decir, estudiar, poner, hacer, escribir, ir

Slide 10 - Open vraag

Escribe la forma correcta del indefinido
aprender (yo), decir (tú), estudiar (ella), poner (nosotros), hacer (vosotros), tener (ellos), ir (él)

Slide 11 - Open vraag

Escribe la forma correcta del imperfecto
aprender (yo), decir (tú), estudiar (ella), ser (nosotros), ver (vosotros), tener (ellos), ir (él)

Slide 12 - Open vraag

Mi abuelo es
A
calvo
B
calva
C
calvos
D
calvas

Slide 13 - Quizvraag

Mis tías son
A
gordo
B
gorda
C
gordos
D
gordas

Slide 14 - Quizvraag

la chica es
A
guapo
B
guapa
C
guapos
D
guapas

Slide 15 - Quizvraag

mi madre tiene los ojos
A
verde
B
azul
C
verdes
D
gris

Slide 16 - Quizvraag

¿Cómo se llama esta gramática?

Slide 17 - Woordweb

Las presentaciones
Futuro: Tijn, Thymen, Bonne en Abel (4 okt)

Condicional: Romy, Sophie, Fiene en Cato (4 okt)

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer heb je een goede alinea geschreven over de personages
Als je een inleidende zin voor deze alinea hebt geschreven, die mooi aansluit op de vorige alinea (de samenvatting). (Welke tijd kan je hiervoor gebruiken)?
Als je vertelt welke personages je uitgebreid gaat beschrijven en ook waarom?
Ajs je vertelt hoe ze eruit zagen, wat hun karakter was, welke beroep ze hadden, wat hun rol was in de film of serie. 
Als je vertelt of (een van) deze personages een karakterontwikkeling heeft doorgemaakt?
Als je rond de 90 woorden hebt geschreven.
Als je geen concordantiefouten hebt gemaakt?
Als je ser (3x) , estar (2x) op de juiste wijze hebt gebruikt.
Als je in deze alinea 3x de imperfecto gebruikt.
Als je in deze aline 2x de futuro en 2x de condicional gebruikt.
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Escribir sobre el entorno
Welke grammatica is belangrijk als je schrijft over de 
tijd en de locatie?

Slide 20 - Tekstslide

Schrijven over de 'setting' (locatie en tijd)
Setting: (laptop toegestaan)
Waar speelt de serie zich voornamelijk af?
Locatie(s), beschrijving locatie, details omtrent de
locatie(s).
Relatie locatie en het verhaal (waarom daar?)
In welke periode speelt het verhaal zich af?
Relatie periode en het verhaal (waarom toen?)
Zich afspelen = desarrollarse
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Escribir sobre el entorno
Inleidende zin (een andere)
Waar speelt de serie zich voornamelijk af?
Locatie(s), beschrijving locatie, details omtrent de
locatie(s). (ser, estar en hay)
Relatie locatie en het verhaal (waarom daar?)
In welke periode speelt het verhaal zich af?
Relatie periode en het verhaal (waarom toen?)
Waaraan zie je dat het zich toen/nu afspeelt?
Zich afspelen = desarrollarse
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

La evaluación
Ik loop op schema met schrijven.
Ik heb el resumen nog niet af.
Ik heb los personajes nog niet af.
Ik heb el resumen en los personajes af en ik ben begonnen aan entorno

Slide 23 - Poll

En esta clase he trabajado bien.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Niet klaar met een alinea in de les?
Voor de toets komt er 1 inhaalmoment om je incomplete alinea af te maken.
Je moet hiervoor wel een verzoek indienen bij ZWT via chat teams.
Inhaalmoment = donderdag 12 okt vanaf 
15.00 uur tot maximaal 17.00 uur

Slide 25 - Tekstslide

Los deberes para el miércoles
Aprender futuro y condicional
Aprender vocabulario esp-hol Los verbos (p. 46)
Aprender vocabulario esp-hol Conectores (p.47)
Hacer:
Escribir en holandés un final de tu reseña con mucha intriga.

Slide 26 - Tekstslide