Fictie H1 - fictie en non-fictie (+realistisch vs. niet realistisch)

Fictie H1 - fictie en non-fictie (+realistisch vs. niet realistisch)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Fictie H1 - fictie en non-fictie (+realistisch vs. niet realistisch)

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Fictie
  • Non-fictie
  • Realistisch fictie
  • Non-realistisch fictie

Slide 2 - Tekstslide

Fictie
Fictie = alles wat verzonnen is.
Fictie die 'net echt' is, noemen we realistisch.
Fictie die niet waar kan zijn, noemen we niet-realistisch.
Voorbeelden: leesboeken, strips, toneelstukken

Non-fictie = alles wat niet verzonnen is.
Voorbeelden: schoolboeken, nieuwsberichten, enz.

Slide 3 - Tekstslide


A
fictie
B
non fictie

Slide 4 - Quizvraag


A
fictie
B
non fictie

Slide 5 - Quizvraag


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 6 - Quizvraag


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quizvraag


Wat is dit?
timer
0:10
A
fictie
B
non-fictie

Slide 8 - Quizvraag

Vormen van fictie zijn:
timer
0:10
A
Strips, gedichten, korte verhalen, series, films, musicals
B
Kookboeken, reisgidsen, informatiefolders
C
Krant, tijdschriften, poster

Slide 9 - Quizvraag

Voorbeelden van non-fictie zijn:

timer
0:10
A
schoolboeken / krantenartikelen
B
De musical 'Cats'
C
sprookjes / stripverhalen
D
boeken van Carry Slee

Slide 10 - Quizvraag

Huiswerk les 1
Noteer in je agenda!

Maak van H1.1 Fictie:
opdracht 5abcd, 6 en 7 op blz. 10-11

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk les 2
Noteer in je agenda!
  

Maak van H1.1 Fictie:
opdracht 8 en 9 op blz. 13

Slide 12 - Tekstslide