Les 6: Reacties op industriele schaal

H2 Reacties
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2 Reacties

Slide 1 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Deze les:
- 2.5 Reacties industriële schaal
- DP12 Salmiak maken
- bespreke 44, 45
- maken 2.5 opdr 53, 54, 57

Slide 2 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Leerdoel
Ik kan een blokschema opstellen, aflezen en aanvullen of verbeteren (I/T)

Slide 3 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Blokkenschema
  • Het productieproces van een product in een chemische fabriek. 

Slide 4 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Blokkenschema
  • Het productieproces van een product in een chemische fabriek. 

Wat maken ze in de chemische industrie?
Coatings, cosmetica, geneesmiddelen, kleur- geur- smaakstoffen, kunstmeststoffen, kunststoffen, metalen, ontsmettings- en bestrijdingsmiddelen, pigmenten, verf, drukinkt, zeep, wasmiddelen, enzovoort

Slide 5 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Blokkenschema
  • Het productieproces van een product in een chemische fabriek. 

Slide 6 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Blokkenschema
  • Het productieproces van een product in een chemische fabriek. 

  • pijlen =  stofstromen
  • blokken = bewerkingen (werkwoorden)

Slide 7 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Een blokschema opstellen

Slide 8 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Een blokschema opstellen

natronloog (gootsteenontstopper)

Slide 9 - Tekstslide

DP12 Salmiak maken
2.5 Reacties op industriele schaal

Slide 10 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Blokschema Salmiak maken

Slide 11 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Blokschema Salmiak maken
zoutzuur

Slide 12 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
Blokschema Salmiak maken
= ammoniumchloride

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken 44 en 45
2.4 Massa bij reacties

Slide 14 - Tekstslide

44 a Lucifers
2.4 Massa bij reacties
Geef het reactieschema voor Reactie I.

Slide 15 - Tekstslide

44 a Lucifers
Geef het reactieschema voor Reactie I.

kaliumchloraat (s) --> kaliumchloride (s) + zuurstof (g)

2.4 Massa bij reactie

Slide 16 - Tekstslide

44 b Lucifers
Leg uit welk soort reactie bij reactie I plaatsvindt.



2.4 Massa bij reacties

Slide 17 - Tekstslide

44 b Lucifers
Leg uit welk soort reactie bij reactie I plaatsvindt.

Reactie:
kaliumchloraat (s) --> kaliumchloride (s) + zuurstof (g)

2.4 Massa bij reacties

Slide 18 - Tekstslide

44 b Lucifers
2.4 Massa bij reacties
Leg uit welk soort reactie bij reactie I plaatsvindt.

Reactie:
kaliumchloraat (s) --> kaliumchloride (s) + zuurstof (g)

  • 1 beginstof: dus een ontledingsreactie

Slide 19 - Tekstslide

44 c Lucifers
2.4 Massa bij reacties
Geef het reactieschema voor Reactie II.

Slide 20 - Tekstslide

44 c Lucifers
2.4 Massa bij reacties
Geef het reactieschema voor Reactie II.

zwavel (s) + zuurstof (g) --> zwaveldioxide (g)

Slide 21 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. 
Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



Slide 22 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



Slide 23 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



Slide 24 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



Slide 25 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



  • kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof

Slide 26 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



  • kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
  •           12,3 g                             7,5 g

Slide 27 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



  • kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
  •           12,3 g                             7,5 g             
Wet van massabehoud (Lavoisier)

Slide 28 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



  • kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
  •           12,3 g                             7,5 g               4,8 g
Wet van massabehoud (Lavoisier)

Slide 29 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



  • kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
  •           12,3 g                             7,5 g               4,8 g
  •            25 g

Slide 30 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



  • kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
  •           12,3 g                             7,5 g               4,8 g
  •            25 g                                                25 : 12,3 x 4,8

Slide 31 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



  • kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
  •           12,3 g                             7,5 g               4,8 g
  •            25 g                                                25 : 12,3 x 4,8
  •                                                                          9,8 g

Slide 32 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



  • kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
  •           12,3 g                             7,5 g               4,8 g
  •            25 g                                                25 : 12,3 x 4,8
  •                                                                          9,8 g
  • De verhouding zuurstof : zwavel = 1 : 1

Slide 33 - Tekstslide

44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.



  • kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
  •           12,3 g                             7,5 g               4,8 g
  •            25 g                                                25 : 12,3 x 4,8
  •                                                                          9,8 g
  • De verhouding zuurstof : zwavel = 1 : 1
  • Dus zwavel is ook 9,8 g

Slide 34 - Tekstslide

45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.

Slide 35 - Tekstslide

45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.
  1. waterstofchloride + ammoniak --> salmiak 

Slide 36 - Tekstslide

45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.
  1. waterstofchloride + ammoniak --> salmiak 
  2.            36,5                           17,0

Slide 37 - Tekstslide

45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.
  1. waterstofchloride + ammoniak --> salmiak 
  2.            36,5                           17,0
  3.           ... g                              65 g 

Slide 38 - Tekstslide

45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.
  1. waterstofchloride + ammoniak --> salmiak 
  2.            36,5                           17,0
  3.           ... g                              65 g 
ammoniak is ondermaat

Slide 39 - Tekstslide

45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.
  1. waterstofchloride + ammoniak --> salmiak 
  2.            36,5                           17,0
  3.           ... g                              65 g 
  4.         65 : 17,0 x 36,5 = 139,6 g waterstofchloride
  5. salmiak = 139,6 + 65 = 204,6 g maximaal

Slide 40 - Tekstslide

2.5 Reacties op industriele schaal
AAN DE SLAG en HUISWERK 
- Maken 2.5 opdr 53, 54 en 57
- lezen 3.1 Het periodiek systeem
- leren 2.1 t/m 2.5


Slide 41 - Tekstslide