1.3 - Procenten en grote getallen

Procenten en grote getallen 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Procenten en grote getallen 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je rekenen met procenten en grote getallen. Die getallen kun je soms ook met woorden opschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Wordt er gevraagd naar hoeveel miljoen...?


Slide 3 - Tekstslide

Wordt er gevraagd naar hoeveel miljoen...?


Dan het antwoord ook met het woord miljoen.
Bijvoorbeeld 8 miljoen.

Dus je hoeft het dan niet helemaal uit te schrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Wordt er gevraagd naar hoeveel miljard...?


Slide 5 - Tekstslide

Wordt er gevraagd naar hoeveel miljard...?


Dan het antwoord ook met het woord miljard.
Bijvoorbeeld 0,24 miljard

Slide 6 - Tekstslide

Staat er schrijf in cijfers?


Slide 7 - Tekstslide

Staat er schrijf in cijfers?


Dan het antwoord 
alleen cijfers 
Bijvoorbeeld 1 500 000

(niet anderhalf miljoen)

Slide 8 - Tekstslide

Uit je hoofd leren:
1 duizend =  1 000 
1 miljoen  =  1 000 000
1 miljard  =   1 000 000 000

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf je 2,2 miljoen als cijfers

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf je 2,2 miljoen als cijfers
Miljoen heeft 6 nullen → 
komma 6 plaatsen naar rechts

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf je 2,2 miljoen als cijfers
Miljoen heeft 6 nullen → 
komma 6 plaatsen naar rechts
2 200 000

Slide 12 - Tekstslide

Hoe schrijf je 3,5 duizend als cijfers?

Slide 13 - Tekstslide

Hoe schrijf je 3,5 duizend als cijfers?
Duizend heeft 3 nullen → 
komma 3 plaatsen naar rechts

Slide 14 - Tekstslide

Hoe schrijf je 3,5 duizend als cijfers?
Duizend heeft 3 nullen → 
komma 3 plaatsen naar rechts
3 500

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Voor vrijdag

m. par. 1.3, opg. 28, 29, 31, 34

Slide 17 - Tekstslide