Geschiedenis les 4, thema 4: slavernij

les 4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

les 4

Slide 1 - Tekstslide

Bij welk land horen de woorden: vrijheid, gelijkheid en broederschap?
A
Nederland
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
Spanje

Slide 2 - Quizvraag

Wie kregen er allereerst nieuwe ideeën over de slavernij?
A
De Fransen
B
De Nederlanders

Slide 3 - Quizvraag

Ze kwamen in opstand tegen.................
A
De koning
B
De koloniën

Slide 4 - Quizvraag

Ze gingen anders kijken naar .................
A
slavernij
B
planters

Slide 5 - Quizvraag

Welk land schafte slavernij als eerste definitief af?
A
Frankrijk
B
Denemarken
C
Nederland
D
Engeland

Slide 6 - Quizvraag

In Nederland had de groep tegen slavernij veel of weinig aanhangers?
A
veel aanhangers
B
weinig aanhangers

Slide 7 - Quizvraag

In Europese landen waren mensen tegen................................
A
slavenhandel
B
slavernij

Slide 8 - Quizvraag

Welk land schafte in 1807 de slavenhandel af?
A
Amerika
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Engeland

Slide 9 - Quizvraag

Is deze uitspraak goed? "Slavernij= het kopen en verkopen van slaven."
A
De uitspraak is juist
B
De uitspraak is onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Is deze uitspraak goed? "Slavenhandel= het kopen en verkopen van slaven."
A
De uitspraak is juist
B
De uitspraak is onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Welke uitspraak past bij de gedachten van de meeste Nederlanders in de tijd van burgers en stoommachines?
A
Ik ben tegen slavernij, want dat is onmenselijk.
B
Mij maakt slavernij niet uit, het gebeurt toch ver weg.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Waarom werkten Nederlandse planters liever met slaven dan met arbeiders?

Slide 14 - Open vraag

Waarom gebruikten Nederlandse planters de Franse en Engelse planters als voorbeeld om slavernij te behouden?
A
Omdat daar de vroegere slaven met planters begonnen te vechten.
B
Omdat daar vroegere slaven de koloniën overnamen.
C
Omdat het daar slecht ging na afschaffing van de slavernij.
D
Omdat er daar geen andere arbeiders gevonden konden worden.

Slide 15 - Quizvraag

Hoe voerden actiegroepen in Engeland actie tegen slavernij?
A
Er werd in kerken over gepreekt.
B
Mensen kwamen in opstand.
C
Kranten drukten alleen nog artikelen tegen slavernij af.
D
Mensen stuurden brieven naar de regering.

Slide 16 - Quizvraag

Waarom is 1 juli 1863 een belangrijke datum in de Nederlandse geschiedenis?

Slide 17 - Open vraag

Waarom is keti koti een feestdag met verdriet?

Slide 18 - Open vraag

1. Einde slavernij https://schooltv.nl/video-item/afschaffing-van-de-slavernij-na-200-jaar-komt-er-een-einde-aan-de-slavernij
2. Wie was Tula? https://schooltv.nl/video-item/wie-was-tula-van-misdadiger-tot-verzetsheld

3. Wat is slavernij? https://schooltv.nl/video-item/wat-is-slavernij-600000-tot-slaaf-gemaakte-mensen-worden-verscheept

Slide 19 - Tekstslide