H2.1 Getallen

Cijfers
We kennen in totaal 10 cijfers waarmee wij getallen kunnen maken.

Het getal 35 bestaat uit:
  • Het cijfer 3
  • Het cijfer 5
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cijfers
We kennen in totaal 10 cijfers waarmee wij getallen kunnen maken.

Het getal 35 bestaat uit:
  • Het cijfer 3
  • Het cijfer 5

Slide 1 - Tekstslide

Waarde van getallen
Het getal 35 bestaat uit het cijfer 3 en het cijfer 5. 
  • Het cijfer 3 betekent 3 tientallen (dus 30)
  • Het cijfer 5 betekent 5 eenheden (dus 5)
D   H   T   E
            3   5

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de juiste waarde naar het cijfer in het getal 2345,67.
2
3
4
7
6
5
Duizendtal
Honderdtal
Tiental
Tienden
Honderdsten
Eenheid

Slide 3 - Sleepvraag

Het cijfer 4 heeft in 25467 een waarde van

Slide 4 - Open vraag

Grote getallen
  • 1
  • 10
  • 100            
  • 1 000
  • 10 000
  • 100 000
= één
= tien
= honderd
= duizend
= tienduizend
= honderdduizend

Slide 5 - Tekstslide

Grote getallen
  • 1 000 000
  • 10 000 000
  • 100 000 000            
  • 1 000 000 000
  • 10 000 000 000
  • 100 000 000 000
  • 1 000 000 000 000

Slide 6 - Tekstslide

Grote getallen
  • 1 000 000
  • 10 000 000
  • 100 000 000            
  • 1 000 000 000
  • 10 000 000 000
  • 100 000 000 000
  • 1 000 000 000 000
= één miljoen
= tien miljoen
= honderd miljoen
= één miljard
= tien miljard
= honderd miljard
= één biljoen

Slide 7 - Tekstslide

Welk getal is acht miljoen vijfhonderdvierentwintig?
A
8 524 000
B
8 000 524
C
524 800 000
D
8 524

Slide 8 - Quizvraag

Hoe spreek je het onderstaande getal uit?
5 090 404
A
Vijf miljoen negentigduizend vierhonderdvier
B
Vijf miljard negenhonderd vier miljoen
C
Vijfduizend negenhonderd vierenveertig
D
Vier miljoen vierhonderdnegentig duizend vijf

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf het volgende getal met alleen maar cijfers: 32 miljard.

Slide 10 - Open vraag

12,54 x 1000 =

Slide 11 - Open vraag