werkwoorden op -er : tomber
je suis tombé(e) ik ben gevallen
tu es tombé(e) jij bent gevallen
il/on est tombé hij is gevallen
elle est tombée zij is gevallen
nous sommes tombé(e)s wij zijn gevallen
vous êtes tombé(e)(s) jullie zijn gevallen/ u bent gevallen
ils sont tombés zij zijn gevallen
elles sont tombées zij zijn gevallen