Les 9 - Actividades en tus vacaciones y medios de transporte

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Clase de español - V3 - 90 min

jueves, 29 de septiembre de 2022

Objetivo de la clase

Al final de la clase sabes ....

1. ... explicar qué has hecho en las vacaciones

2. ... explicar cómo has viajado en las vacaciones

La clase anterior - habla con tu compañero

Los deberes para hoy

Presentaciones del perfecto

En grupos de tres

Maak een mooie en duidelijke powerpoint

Hoe maak je de perfecto (regelmatig)

Hoe maak je de perfecto (onregelmatig)

Waarvoor gebruik je perfecto?

Geef 4 oefenzinnen voor de klas

(gebruik de werkwoorden van ''actividades de verano'' p. 58

Los grupos

Tara, Mats,  Xitara, Yannick

Merle, David en Kiki

Sara, Jonas en Indy

Bo, Evelien en Yuri

Mara, Chakir en Moos

Shane, Puk en Karsten

Tristan, Alex, Tijn 

Presentaciones del perfecto

En grupos de tres

1 - Maak een mooie en duidelijke powerpoint

2 - Hoe maak je de perfecto (regelmatig)

3 - Hoe maak je de perfecto (onregelmatig)

4 - Waarvoor gebruik je perfecto?

5 - Geef 4 oefenzinnen voor de klas

(gebruik de werkwoorden van ''actividades de verano'' p. 58

A presentar ..

Presenteren aan een ander groepje met de powerpoint

Tara, Mats, Xitara, Yannick + Merle, David en Kiki

Sara, Jonas en Indy + Bo, Evelien en Yuri

Mara, Chakir en Moos +  Shane, Puk en Karsten

Tristan, Alex, Tijn + ZWT 

Estudiar el perfecto súper bien

Reader p. 31

Hoe maak je de perfecto

De onregelmatige werkwoorden

De signaalwoorden

Escribir para photo story

6 zinnen in class notebook

Wat heb jij gedaan in de vakantie en waar? (2 zinnen)

Wat hebben jullie (jij en je reisgenoten) gedaan en waar? (2 zin)

Wat hebben je vader en/of moeder (je ouders) gedaan en waar?

Wat hebben jij en je broers/zussen of vrienden gedaan en waar?

voca: ''actividades de verano'' (zie reader)

Grammatica: el perfecto

Inleveren photo story - 13 oktober

Vamos a leer la instrucción juntos

¿Sobre qué tema no has escrito para tu photo story?

El viaje y el transporte

Repasar vocabulario viaje esp-hol

en bicicleta

en tren

en autobús

en metro

en taxi

en barco

en coche

en avión

en tranvía

en moto

Welke twee voorzetsels moet je gebruiken bij transport-middelen?

Practicar en línea y en teams

Haz clic en Ejercicio 1 y Ejercicio 2

Ejercicio 1

Ejercicio 2H

¿Listos? KLAAR?

Schrijf in class notebook 4 Spaanse zinnen. 

Welke transportmiddelen heb je gebruikt tijdens je vakantie? Gebruik

zoveel mogelijk verschillende werkwoorden 

Medios de transporte

• Schrijf 4 zinnen waarin je vertelt welke transportmiddelen je hebt gebruikt tijdens je vakantie.
• Vertel daarbij waar dat was (op de heenreis, naar het strand, in de stad, in een natuurreservaat).
• Varieer zoveel mogelijk
• Bijvoorbeeld: Hemos ido a la playa en bicicleta.
• Type deze zinnen meteen in class notebook

Levántate si ...

1. ...has practicado en esta clase con el vocabulario de los medios de transporte.
2. ...sabes explicar a la clase la forma del perfecto
3. ...has escrito muchas frases para tu photo story
4. ...sabes describir el lugar de tus vacaciones con ser, estar y hay

Estudiar súper bien 

Leren vocabulario el viaje (S-N en N-S)

Leren ser, estar, hay

Leren el perfecto

Begin vast met foto's zoeken voor je eindopdracht