Blz. 32/33 rekenopgaven

Wat gaan we vandaag doen? 
Rekenopgaven bespreken en werken aan de rest. 
Huiswerk controleren. 
Bladzijde 32 & 33 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen? 
Rekenopgaven bespreken en werken aan de rest. 
Huiswerk controleren. 
Bladzijde 32 & 33 

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 3: 
Ruben geeft maandelijks €920 uit aan basisbehoeften. Dat is 80% van zijn inkomen. 

Bereken het inkomen van Ruben. 

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 3:
920
?
%
80%
100%
Stap 1: Maak een tabel en bepaal welke gegevens je al hebt, en welke je nog nodig hebt. 

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 3 
920
RK
1150
%
80
1
100
.                      :80          x100
.                     :80        x100 
Stap 2: 
Doe aan beide kanten hetzelfde om op het goede antwoord uit te komen.  

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 3: Andere mogelijkeheid
€920 : 0,8 = €1150


Slide 5 - Tekstslide

Vraag 4
Maaike geeft elke week €27 uit aan groenten. Door een groentetuin aan te leggen, wil ze zelfvoorzienend worden. 

A. Bereken het bedrag dat Maaike maandelijks bespaart als ze groente uit eigen tuin kan halen. 

B. Maaike laat de moestuin aanleggen door een tuinman. Dit kost €459. Na hoeveel weken heeft ze dit bedrag terugverdiend.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 4
€27 x 52 (weken) : 12 (maanden) = €117 per maand

€459 : €117 = 3,92 week DUS 4 weken 


Slide 7 - Tekstslide

vraag 7
De website www.lekkersporten.nl heeft in januari 37.000 bezoekers. Na een uitgebreide reclame campagne stijgt het aantal bezoekers naar 114.700 in mei. 

Bereken met hoeveel procent het aantal toeschouwers is toegenomen. 

(Nieuw-oud)
                   --------------   x100%
Oud 

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 7
                         114.700 - 37.000 
                     ------------------  x 100% = 210%
                                 37.000
OF

37.000
1
77.700
%
100
RK
210
:37.000         x77.700
:37.000         x77.700

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 9
Scooterhandel Italia heeft een nieuwe scooter in de aanbieding voor €1785. De normale prijs was €2100. 

Bereken de korting in procenten. 


Slide 10 - Tekstslide

Vraag 9
Korting in euro's = €2100 - €1785 = €315
€315 : €2100 x 100 = 15%
OF

2100
1
315
%
100
RK
15
    :2100       x315
    :2100       x315

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 10 
Bereken steeds het prijsverschil in procenten ten opzichte van de oude prijs. Rond je antwoorden af op één decimaal. Schrijf je berekeningen op. 

a) Oude prijs: €64, nieuwe prijs €53,44

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 10 
Stap 1: Verschil uitrekenen
Stap 2: Delen door oud bedrag 
Stap 3: vermedigvuldigen met 100

€64-€53,44 = €10,56 : €64 x 100= 16,5%

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 10 
(Nieuw - Oud)
                  ------------------  x 100
Oud

53,44 - 64
                                   ------------------- x 100 = -16,5%
64

Dus de prijs is met 16,5 gedaald. Maar het prijsVERSCHIL is gewoon 16,5%

Slide 14 - Tekstslide

64
1
10,56
%
100
rk
16,5
64
1
53,44
%
100
83,5%
Let op! Dan kom je nog niet gelijk uit op het goede antwoord. Pas wanner je 100-83,5 doet kom je uit op 16,5%
Je kan ook gelijk het prijsverschil in procenten berekenen. 
.         :64        x53,44
.         :64        x53,44
:64           x10,56
:64           x10,56

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 14
Gebruik het onderstaande vergelijkend warenonderzoek. 

a) Bereken van elke pizza de prijs per 100g. 

b) Welke pizza is de goedkoopste per 100g?

Slide 16 - Tekstslide

Plus trattoria slami: 
1,90
RK
0,59
Gram
320
1
100
:320            x100
:320            x100
Natural cool Salami (Bio):                            5 : 330 x 100 = 1,52

Albert Heijn Spianata romana:              5,50: 475 x 100 = 1,16 

Jumbo salami:                                            1,80: 320 x 100 = 0,56

Albert Heijn salami:                                   1,90:320 x 100 = 0,59 

Dus welke is de goedkoopste?                                      Jumbo salami

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide