In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
6.2 breking
Slide 1 - Tekstslide
Breking
De vrouw op de foto is aan het pootjebaden. Je ziet haar voeten op een andere plaats dan je ze zou zien als er geen water was geweest. Waar merk je vaker dat je iets op een andere plaats
ziet dan waar het is ?
Slide 2 - Tekstslide
Breking
Van opzij zie je de vis ergens anders dan van boven
Slide 3 - Tekstslide
Breking
Lichtstralen knikken als ze een doorschijnende stof ingaan of uitgaan.
Dat knikken van lichtstralen noem je breking.
Slide 4 - Tekstslide
Breking
Doordat lichtstralen breken, zie je een vis op een andere plaats dan waar hij werkelijk is.
Slide 5 - Tekstslide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot.
1. Hoe schuiner de lichtstraal
invalt hoe sterker de breking.
Lichtstralen die recht invallen breken niet.
Slide 6 - Tekstslide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot
2. Breking hangt af van de kleur, violet licht breekt
sterker dan rood licht.
.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Breking hangt af van:
De knik (breking)is niet altijd even groot
3. De ene stof breekt lichtstralen meer dan de andere.
.
Glas breekt lichtstralen meer dan water.
glas
water
Slide 9 - Tekstslide
Van welk van de onderstaande factoren hangt breking NIET af
A
Inval van de lichtstraal
B
Kleur
C
Normaal
D
De stof
Slide 10 - Quizvraag
Breking van lucht naar glas
Een lichtstraal van lucht naar glas breekt naar de normaal toe. De brekingshoek is kleiner dan de invalshoek. i < r
De normaal is de hulplijn
.
Slide 11 - Tekstslide
Breking van glas naar lucht
Een lichtstraal van glas naar lucht breekt van de normaal af. De brekingshoek is groter dan de invalshoek. r > i
Slide 12 - Tekstslide
Een lichtstraal die loodrecht op een doorzichtig oppervlak invalt gaat in de stof
A
van de normaal af
B
naar de normaal toe
C
rechtdoor
D
wordt teruggekaatst
Slide 13 - Quizvraag
lucht --> glas Hoe verloopt de lichtstraal
A
Breking naar de normaal toe
B
Breking van de normaal af
Slide 14 - Quizvraag
glas --> lucht Hoe verloopt de lichtstraal
A
Breking naar de normaal toe
B
Breking van de normaal af
Slide 15 - Quizvraag
Brekingsindex
Hoe groter de brekingsindex des te 'optisch dichter' is de stof. Hierdoor zal een lichtstraal meer breken. Lucht = 1,00 Perspex = 1,50
Slide 16 - Tekstslide
Aantekening: Wet van Snellius
n is de brekingsindex van een stof (geen eenheid)
i is de hoek van inval in graden
r is de hoek van breking in graden
Deze formule geldt bij breking naar de normaal toe. Dus als licht naar een optisch dichtere stof gaat.
Hoe groter de brekingsindex, des te meer er breking plaatsvindt.
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeld
Bereken de brekingsindex
Gegeven:
i = 52 graden
r = 36 graden
Formule:
n = sin(i) / sin(r)
Berekening:
n = sin(52) / sin(36) = 1,34
Slide 18 - Tekstslide
Een lichtstraal valt in op een stof. De hoek van inval is 42 graden, de hoek van breking 32 graden. Bereken de brekingsindex
A
n = 1,31
B
n = 1,26
C
n = 0,79
D
n = 0,76
Slide 19 - Quizvraag
Een lichtstraal valt in op een stof. De hoek van breking is 22 graden, de brekingsindex is 1,67 Bereken de hoek van inval.
A
i = 13 graden
B
i = 37 graden
C
i = 39 graden
D
i = 63 graden
Slide 20 - Quizvraag
Toepassing van breking: lenzen
De as door het midden van de lens loopt noem je de optische as.
Het punt waar de lichtstralen in één punt samenkomen noem je het brandpunt (F)
Slide 21 - Tekstslide
Toepassing van breking: lenzen
Met een bolle lens kun je vuur maken.
De lens heeft een convergerende werking .
De lichtstralen gaan naar één punt.
Bolle lenzen noem je positieve lenzen.
Slide 22 - Tekstslide
Toepassing van breking: lenzen
Holle lenzen hebben een divergerende werking.
De lichtstralen gaan uit elkaar.
Holle lenzen noem je negatieve lenzen.
Slide 23 - Tekstslide
Wat voor soort lens is dit:
A
Een holle, positieve lens
B
Een bolle, positieve lens
C
Een holle, negatieve lens
D
Een holle, positieve lens
Slide 24 - Quizvraag
Wat voor soort lens is dit:
A
Een holle, positieve lens
B
Een bolle, positieve lens
C
Een bolle, negatieve lens
D
Een holle, negatieve lens
Slide 25 - Quizvraag
Hoe noemen we punt F
A
Breekpunt
B
Snijpunt
C
Brandpunt
D
Lichtpunt
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de hoek van inval ?
Dit is de hoek tussen de invallende lichtstraal en
A
het grensvlak
B
de normaal
C
de invallende lichtstraal
D
de brekende lichtstraal
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de normaal (bij lichtbreking) ?
A
Een gewone lijn
B
Een lijn die loodrecht op het grensvlak staat.
C
Een lijn die loodrecht op de invallende lichtstraal staat
D
Een lijn die loodrecht op de brekende lichtstraal staat
Slide 28 - Quizvraag
Wanneer vindt er breking plaats naar de Normaal toe?
A
Bij de overgang van ijs naar water.
B
Bij de overgang tussen glas en water.
C
Bij de overgang van glas naar lucht.
D
Bij de overgang van lucht naar glas.
Slide 29 - Quizvraag
Een lichtstraal breekt van de normaal af. De lichtstraal gaat ...