Hoofdtuk 8.1.2: Bloed

Bloedsomloop
Les 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bloedsomloop
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vervoert het bloed stoffen?​
Je bloed neemt zuurstof en voedingsstoffen op vanuit je longen en darmen. Het bloed vervoert deze stoffen naar de cellen in je lichaam, zodat ze energie kunnen maken en goed kunnen functioneren.

Je cellen geven terug wat ze niet meer nodig hebben, zoals koolstofdioxide en afvalstoffen. Je cellen geven deze stoffen aan je bloed. De koolstofdioxide wordt naar je longen vervoerd, waar je het uitademt. De afvalstoffen gaan naar je nieren of lever, die helpen om ze uit je lichaam te verwijderen.

Om te onthouden:
Bloed brengt zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen.
Bloed haalt koolstofdioxide en afvalstoffen uit de cellen om ze uit het lichaam te verwijderen.




Slide 2 - Tekstslide

Stoffen worden op twee manieren vervoerd:








Vervoer via bloedplasma:
Bloedplasma is de vloeistof in je bloed die voedingsstoffen, hormonen en afvalstoffen vervoert.

Vervoer via rode bloedcellen:
Rode bloedcellen nemen zuurstof op in de longen en geven dit af aan de cellen. Ze nemen koolstofdioxide (een afvalstof) op van de cellen en brengen dit terug naar de longen om uit te ademen.

Om te onthouden:
Bloedplasma vervoert voedingsstoffen en hormonen en haalt afvalstoffen op.
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof naar de cellen en brengen koolstofdioxide terug naar de longen.

Slide 3 - Tekstslide

Vervoer via bloedplasma​
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in het lichaam. ​
  • Die stoffen zijn opgelost in het waterige bloedplasma, net als suiker in thee. ​

  • Bloedplasma verplaatst zich door het stromen van het bloed. ​
  • Glucose, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen zoals koolstofdioxide worden zo vervoerd. 




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Vervoer via rode bloedcellen​
Rode bloedcellen vervoeren de zuurstofdeeltjes met behulp van hemoglobine. ​

​Zuurstof hecht zich aan de hemoglobine in rode bloedcellen.​

De rode bloedcellen met de zuurstofdeeltjes gaan via de bloedstroom naar al de organen. ​
In de haarvaten van de organen laten de zuurstofdeeltjes los, waarna ze via het bloedplasma de cellen in gaan. 



Slide 6 - Tekstslide

Bloedarmoede​
Als rode bloedcellen te weinig hemoglobine bevatten, heb je bloedarmoede. ​


Iemand met bloedarmoede is snel moe:​
Het bloed kan dan weinig zuurstof naar de organen vervoeren. ​

Vooral ijzer is een belangrijke bouwstof van hemoglobine




Slide 7 - Tekstslide

Wat verandert er bij inspanning in je lichaam?​
Tijdens het sporten werken allerlei organen in je lichaam sneller. ​


In de afbeelding zie je wat er bij inspanning in je lichaam gebeurt. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Meer verbranding bij inspanning​
Spieren moeten harder werken. Om de energie daarvoor te krijgen, vindt er in de spiercellen meer verbranding plaats. ​


Voor die verbranding zijn twee stoffen nodig: glucose en zuurstof. ​

Hoe vaker een spier samentrekt, hoe meer glucose en zuurstof hij verbruikt.



Slide 10 - Tekstslide

Meer glucose​
Tijdens het sporten halen de spiercellen meer glucose uit het bloed voor verbranding.​


Deze glucose moet weer worden aangevuld. ​

Weet je nog?!
Wanneer het glucosegehalte van het bloed daalt, wordt glycogeen (opgeslagen in de spieren) teruggehaald en weer omgezet in glucose. ​
  • Door glucagon uit de alvleesklier.​
  • Door adrenaline uit de bijnieren. ​

Het hormoon adrenaline versnelt ook de ademhaling en de hartslag.






Slide 11 - Tekstslide

Meer zuurstof​
De spiercellen halen tijdens het sporten ook meer zuurstof uit het bloed voor verbranding. ​


Die zuurstof vul je aan doordat je sneller gaat ademhalen. ​

Ook je hart klopt sneller, waardoor je bloed sneller stroomt.​

Hierdoor krijgen de spieren sneller meer zuurstof aangevoerd. ​



Slide 12 - Tekstslide

Meer afvalstoffen afvoeren
Doordat de verbranding sneller gaat, ontstaan er in je cellen ook meer afvalstoffen die moeten worden afgevoerd.​


Een van de afvalstoffen is koolstofdioxide:​
Het bloed vervoert meer koolstofdioxide door het sneller kloppen van het hart van de spieren naar de longen.​
Doordat je sneller ademhaalt, adem je meer koolstofdioxide uit. 



Slide 13 - Tekstslide

Zijn er nog vragen:

Slide 14 - Tekstslide

Bloed bestaat uit?
A
Bloedsplasma, rode bloedcellen en witte bloedcellen
B
Bloedplasma, rode bloedcellen, water en bloedplaatjes
C
Bloedplasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
Roze bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes

Slide 15 - Quizvraag

Waaruit bestaat bloed?
A
100% bloedcellen
B
45% bloedcellen, 55% bloedplasma
C
10% bloedcellen, 90% bloedplasma

Slide 16 - Quizvraag

Uit welke 2 elementen bestaat bloed?
A
Hemoglobine en bloedplasma
B
Bloedplasma en hormonen
C
Bloedcellen en Hemoglobine
D
Bloedplasma en bloedcellen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van witte
bloedcellen?
A
Zij beschermen ons tegen indringers en maken die onschadelijk
B
Zij helpen bij de genezing van wondjes, door het bloed te laten stollen.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van bloedplaatjes?
A
Het zorgt ervoor dat bloed buiten de bloedvaten niet stolt
B
Het zorgt ervoor dat bloed buiten de bloedvaten stolt
C
Het zorgt ervoor dat bloed binnen de bloedvaten niet stolt
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de functie van bloedplasma?
A
Vervoer van stoffen in het bloed
B
Binden aan zuurstof
C
Vechten tegen ziekteverwekkers
D
Bevatten van genetisch materiaal

Slide 20 - Quizvraag

Welk onderdeel van het bloed vervoert koolstofdioxide?
A
Bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen
D
Bloedplaatjes

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemt men deze cellen die een kern bevatten?
A
rode bloedcellen
B
lymfocyten
C
Monocyten
D
Segmentkernige granulocyten

Slide 22 - Quizvraag

Bij bloedarmoede heb je een tekort aan
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen

Slide 23 - Quizvraag

Welke stof zorgt ervoor dat het bloed kan stollen?
A
Hemoglobine
B
Insuline
C
Fibrinogeen
D
Glucose

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
voedingsstoffen vervoeren

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag met hoofdstuk 8.1
Lees hoofdstuk 8.1 goed door.
  • Maak alle opdrachten uit hoofdstuk 8.1. 
  • Dit helpt je om de doelen van het hoofdstuk te halen.

Ga naar het Learningportal. 
  • Hier vind je extra informatie en video's die je kunnen helpen.

Heb je vragen? Vraag gerust om hulp! 
Succes!

Slide 26 - Tekstslide