8.1 bloed

8.1 Bloed
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.1 Bloed

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Terugblik practica

Uitleg Par. 8.1 bloed

Opdrachten maken
Par. 8.1


-Je kunt de delen waaruit bloed bestaat benoemen en van ieder deel de functie beschrijven.
- Je kunt uitleggen hoe je bloed stoffen door je lichaam vervoerd
-Je kunt beschrijven wat er door inspanning in je lichaam veranderd.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waaruit bestaat bloed?
  • Bloedplasma
  • Bloedcellen

Bloedcellen zijn:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 4 - Tekstslide

 bloedplasma
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
  • De stoffen zitten zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.

  • Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 5 - Tekstslide

Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof door je lichaam
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Hemoglobine is een rode kleurstof in de rode bloedcellen

Slide 6 - Tekstslide

Rode beenmerg
  • Bloedcellen zijn na een paar maanden versleten
  • Je lichaam maakt dus constant nieuwe bloedcellen aan
  • Dit gebeurt in het rode beenmerg

Slide 7 - Tekstslide

hemoglobine
Een eiwit met ijzer in zich.

De zuurstof plakt als het ware aan het ijzer vast.

Als je bloed bij de juiste cellen is laat hij de zuurstof los en het gaat dan via het bloedplasma naar de cel

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Witte bloedcellen
  • Bestrijden ziekteverwekkers
  • Witte bloedcellen type 1: Eten de ziekteverwekkers op
  • Witte bloedcellen type 2: Maken afweerstoffen (antistoffen)

Slide 10 - Tekstslide

Type 1 maakt ziekteverwekkers dood
Type 2
Maakt antistoffen 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Bloedplaatjes

  • Zorgen dat wondjes dichtgaan
  • Dit heet bloedstolling

Slide 13 - Tekstslide

Bloedstolling

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bloedarmoede
  • Rode bloedcellen bevatten te weinig hemoglobine.
  • Je wordt snel moe, want er kan minder zuurstof vervoert worden.
  • Organen krijgen dus minder zuurstof.

  • Bloedarmoede kan ontstaan door een tekort aan ijzer.

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten 
Maak opdracht 1 t/m 12 van par 8.1

Slide 18 - Tekstslide

Hoe noemen we de gelige vloeistof in het bloed?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de taak van rode bloedcellen?

Slide 20 - Open vraag

Zuurstof kan vervoert worden door middel van.....
A
Bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen
C
Hemoglobine
D
Bloedplasma

Slide 21 - Quizvraag

Op welke 2 manieren kunnen witte bloedcellen ziekteverwekkers bestrijden?

Slide 22 - Open vraag

Welk woord hoort bij "bloedplaatjes"?
A
Zuurstof
B
Bloedstolling
C
Antistoffen
D
Hemoglobine

Slide 23 - Quizvraag

Waar worden nieuwe bloedcellen gemaakt?

Slide 24 - Open vraag

Glucose, vitaminen, hormonen, koolstofdioxide en andere stoffen, worden vervoerd door.....

Slide 25 - Open vraag

8.1 Les 2

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen 
-Je kunt de delen waaruit bloed bestaat benoemen en van ieder deel de functie beschrijven.
- Je kunt uitleggen hoe je bloed stoffen door je lichaam vervoerd
-Je kunt beschrijven wat er door inspanning in je lichaam veranderd.

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de taak van rode bloedcellen?

Slide 28 - Open vraag

Zuurstof kan vervoert worden door middel van.....
A
Bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen
C
Hemoglobine
D
Bloedplasma

Slide 29 - Quizvraag

Op welke 2 manieren kunnen witte bloedcellen ziekteverwekkers bestrijden?

Slide 30 - Open vraag

Waar worden nieuwe bloedcellen gemaakt?

Slide 31 - Open vraag

Vervoer van stoffen
- Bloed vervoerd alle stoffen door ons lichaam. 

Dit doet het om alle cellen te voorzien van alle benodigdheden om te leven en om te verbranden

Slide 32 - Tekstslide

 bloedplasma
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
  • De stoffen zitten zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.

  • Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 33 - Tekstslide

Zuurstof
Zuurstof word gebonden aan de hemoglobine.

Deze word vervoerd en bij de juiste cellen losgelaten 

Slide 34 - Tekstslide

Wat verandert er bij inspanning?
  • Tijdens het sporten werken allerlei organen sneller.
  • Hiervoor is meer energie nodig.
  • Om meer energie te krijgen is er meer verbranding nodig.

Slide 35 - Tekstslide

Verbranding
Schematich

Slide 36 - Tekstslide

Schematisch in de cel (toepassing)

Slide 37 - Tekstslide

Volhouden van sport
Om het sporten vol te houden zal je lichaam meer energie vrij moeten maken dus zal er meer verbranding moeten zijn.

Dit heeft een aantal voorwaarden:

Slide 38 - Tekstslide

Meer glucose
  • Tijdens het sporten gaat het glucosegehalte in het bloed omlaag.

  • Aanvullen vanuit de 'reserves' genaamd glycogeen.

  • Adrenaline & Glucagon zetten het glycogeen om in glucose.

Slide 39 - Tekstslide

Meer zuurstof
  • Ook zuurstof heb je meer nodig tijdens het sporten.

  • Zuurstof vul je aan door tijdens het sporten sneller te ademen.

  • Ook je hart gaat sneller kloppen, waardoor je bloed sneller gaat stromen.

  • Als het bloed sneller stroomt, krijgen de spieren sneller meer zuurstof.

Slide 40 - Tekstslide

Meer afvalstoffen afvoeren
  • Meer verbranding betekent ook meer afvalstoffen, zoals koolstofdioxide
  • Doordat je hart sneller klopt, vervoert het bloed meer koolstofdioxide van de spieren terug naar de longen.
  • De koolstofdioxide ademen we uit

Slide 41 - Tekstslide

Opdrachten maken

Maak opdracht 12 t/m 27 van par. 8.2

Slide 42 - Tekstslide