Leçon 8 Répétion + Parler

Leçon 8:                   
Répétion + Parler
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leçon 8:                   
Répétion + Parler

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
- We herhalen de werkwoorden hebben en zijn
- Je gaat in het Frans vragen beantwoorden
- Je gaat elkaar vragen stellen over jezelf en je familie
- Je herhaalt de woorden over familie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

La famille

le père ("luh per") = de vader
la mère ("la mer") = de moeder
le fils ("luh fies") = de zoon
la fille ("la fiejuh") = de dochter
le frère ("luh frer") = de broer
la soeur ("la seur") = de zus
le neveu ("luh nuhveu") = de neef (zoon van broer/zus)
la nièce ("la njes") = de nicht (dochter van broer/zus)



l'oncle ("lonkluh") = de oom
la tante ("la tant") = de tante
le cousin ("luh koesehn") = de neef
la cousine ("la koesien") = de nicht
le grand-père ("luh gran per") = de opa
la grand-mère ("la gran mer") = de oma
le beau-père ("luh boo per") = de stiefvader/de schoonvader
la belle-mère ("la bel mer") = de stiefmoeder/de schoonmoeder


Slide 5 - Tekstslide

La famille
Est-ce que tu as des frères ou des soeurs?  = Heb je broers of zussen?
Comment s'appelle ton/ta....? = Hoe heet je.....?
Il/Elle s'appelle....  = Hij/Zij heet.....
Il/Elle a quel âge?  = Hoe oud is hij/zij?
Il/Elle a....... ans  = Hij/Zij is........jaar oud

Slide 6 - Tekstslide

Individueel
Maak slide 8, 9 en 10

Klaar ? Oefen de woordjes tot en met "la famille" (woordje 71)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Schrijf in het Frans op hoe je heet, hoe oud je bent en waar je woont en hoeveel broers en/of zussen je hebt.

Slide 10 - Open vraag