In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H3.5 Hersenen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert uit welke delen je hersenen bestaan, hoe ze werken en hoe je leert
Je leert over het zenuwstelsel van wormen
Slide 2 - Tekstslide
Hoe zitten je hersenen in elkaar?
- Grote hersenen
- Kleine hersenen
- Hersenstam
Om de hersenen ligt een vlies met bloedvaten, dat zuurstof en voeding toevoert.
Slide 3 - Tekstslide
Grote hersenen
Hersenshors
Hersencentra
Elk type zintuig is verbonden met een hersencentrum vb. spraakcentrum
Veel verwerkte informatie vastleggen> je geheugen
Slide 4 - Tekstslide
Kleine hersenen
Zorgen ervoor dat je bewegingen goed uitvoert.
Spieren moeten precies op tijd hun werk doen, anders val je om...
Je kleine hersenen zorgen voor de coördinatie van de impulsen naar je spieren.
Slide 5 - Tekstslide
Hersenstam
De verbinding van de grote en de kleine hersenen met je ruggenmerg.
Hier liggen verschillende centra die de processen in je lichaam regelen die onbewust gebeuren.
Dat zijn dus levensprocessen die ‘vanzelf’ gaan, zoals je ademhaling, hartslag, de regeling van je lichaamstemperatuur en je pupilreflex.
Slide 6 - Tekstslide
Grote hersenen
Slide 7 - Tekstslide
Kleine hersenen (met groen aangegeven)
Slide 8 - Tekstslide
Hersenstam (met rood aangegeven)
Slide 9 - Tekstslide
Doen
Je leert uit welke delen je hersenen bestaan
Opdracht 3 en 4
Klaar? Start met de begrippenlijst/mindmap/overige opdrachten.
timer
5:00
Slide 10 - Tekstslide
Wat verandert in je hersenen als je leert?
Als je iets leert, ontstaan er verbindingen tussen de zenuwcellen in je hersenen
Leren fietsen of lopen bijv.:
Hierdoor kunnen hersenen steeds beter spieren sturen en bewegingen in juiste volgorde uitvoeren
Veel oefenen - het gaat steeds beter
Slide 11 - Tekstslide
Wat heb jij 3 dagen geleden gegeten?
Slide 12 - Woordweb
Hoe werkt je geheugen?
Kortetermijngeheugen - max 30 min; boodschappenlijst of telefoonnummer
Langetermijngeheugen - belangrijke informatie, bv eigen telefoonnummer herhalen. Hierdoor ontstaat een sterke, vaste route door de hersenen: geheugenspoor
Slide 13 - Tekstslide
Leren
Herhalen - zenuwcellen op je hersenschors worden verbonden tot een vaste route: geheugenspoor
Hoe vaker je een geheugenspoor gebruikt, hoe makkelijker je de informatie kunt oproepen
Wil je goed leren voor je toets? > HERHALEN!
Langetermijngeheugen en geheugenspoor
Slide 14 - Tekstslide
Doen
Je leert uit welke delen je hersenen bestaan, hoe ze werken en hoe je leert.
Opdracht 5, 7 en 8 (6 overslaan)
Klaar? Start met de begrippenlijst/mindmap/overige opdrachten.
timer
5:00
Slide 15 - Tekstslide
Hebben alle dieren hersenen?
Gewervelde dieren: hebben hersenen, die ongeveer hetzelfde gebouwd zijn
Veel ongewervelde dieren hebben geen hersenen zoals: sponzen, kwallen of zeesterren
Slide 16 - Tekstslide
Hebben alle dieren hersenen?
Sommige ongewervelde dieren hebben zeer eenvoudige hersenen, v.b: regenworm
- Zenuwknopen - groep cellen waar impulsen samenkomen en die segmenten aanstuurt
- Vangt lichtprikkels op in kop/staart met speciale zintuigen
- Vangt trillingen op met speciale drukzintuigjes in de huid
Slide 17 - Tekstslide
Welk deel van de hersenen zorgt dat je spieren op de juiste manier bewegen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
Slide 18 - Quizvraag
Als je goed leert voor een toets, gebruik je je...
A
Kortetermijngeheugen
B
Langetermijngeheugen
Slide 19 - Quizvraag
Als je de dag voor de toets pas begint met leren gebruik je je...
A
Kortetermijngeheugen
B
Langetermijngeheugen
Slide 20 - Quizvraag
Waar of niet? Alle dieren hebben hersenen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Aan het werk
Afmaken: 9, 10, 11, 12, 13 en 14
Slide 22 - Tekstslide
Testje
Slide 23 - Tekstslide
Hoeveel kleuren vind je in het plaatje? Je noemt dus niet het woord, maar de kleur!
timer
0:30
Slide 24 - Tekstslide
Hoeveel kleuren vond je in het plaatje?
Slide 25 - Woordweb
Hoeveel kleuren vind je in het plaatje? Je noemt dus niet het woord, maar de kleur!