Overal NaSk Hst 3.3 Faseovergangen

Faseovergangen
Faseovergangen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Faseovergangen
Faseovergangen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen Faseovergangen
  • Je kunt de 6 faseovergangen van een stof noemen en uitleggen wat er bij elk van die faseovergangen gebeurt.

  • Je kunt uitleggen welke invloed de temperatuur heeft op de fase waarin een stof verkeert.
  • Je kunt een fasedriehoek tekenen incl. fase en faseovergangen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vervolg
  • Je kunt een tabel met smelt- en kookpunten correct interpreteren
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een smeltpunt en smelttraject en waardoor dit wordt veroorzaakt.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een kookpunt en kooktraject en waardoor dit wordt veroorzaakt.



Slide 3 - Tekstslide

Wat is temperatuur?
 'Temperatuur' is een wetenschappelijk begrip. 
Het wordt gebruikt om te meten 
hoe warm of hoe koud iets is. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe meet je temperatuur?
  • Temperaturen met je met een thermometer.
  • De temperatuur wordt uitgedrukt in graden Celsius.
  • Maar er is ruzie geweest over de naam en indeling.
  • Daarom is temperatuur niet overal hetzelfde...

Slide 5 - Tekstslide

Fasen en faseovergangen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Smelt- en kookpunt (zuivere stof)

Slide 8 - Tekstslide

Smelt- en kooktraject (mengsel)

Slide 9 - Tekstslide

Fasediagram
  • Bij een temperatuur lager dan het smeltpunt is een stof vast.
  • Bij een temperatuur tussen het smeltpunt en het kookpunt in is een stof vloeibaar.
  • Bij een temperatuur hoger dan het kookpunt is een stof gasvormig.

Slide 10 - Tekstslide

Celsiusschaal

Slide 11 - Tekstslide

De faseovergang van gas naar vloeibaar noemen we
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 12 - Quizvraag

De faseovergang van vloeibaar naar vast noemen we
A
verdampen
B
stollen
C
smelten
D
condenseren

Slide 13 - Quizvraag

De faseovergang van gas naar vast noemen we
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 14 - Quizvraag

De faseovergang van vast naar vloeibaar noemen we
A
smelten
B
stollen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 15 - Quizvraag

Smeltpunt hoort bij:
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 16 - Quizvraag

Is de smeltcurve hiernaast van een zuivere stof of mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 17 - Quizvraag

Is dit een stoldiagram van een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 18 - Quizvraag

Bekijk de grafiek hiernaast. Is dit een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
C
Kun je niet zeggen

Slide 19 - Quizvraag

(klik op het plaatje)
Het is -45 C welke fase heeft kwik?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen

Slide 20 - Quizvraag

(klik op het plaatje)
Het is 25 C welke fase heeft azijnzuur?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen

Slide 21 - Quizvraag

Leerdoelen Faseovergangen
  • Je kunt de 6 faseovergangen van een stof noemen en uitleggen wat er bij elk van die faseovergangen gebeurt.
  • Je kunt dit ook uitleggen met het bolletjesmodel.
  • Je kunt uitleggen welke invloed de temperatuur heeft op de fase waarin een stof verkeert.
  • Je kunt een fasedriehoek tekenen incl. fase en faseovergangen

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen vervolg
  • Je kunt een tabel met smelt- en kookpunten correct interpreteren
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een smeltpunt en smelttraject en waardoor dit wordt veroorzaakt.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een kookpunt en kooktraject en waardoor dit wordt veroorzaakt.



Slide 23 - Tekstslide