Pré en post operatieve zorg

Pré en post operatieve zorg
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Pré en post operatieve zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de les
1.  Aan het einde van de les weet je wat pré operatieve zorg is.
2. Aan het einde van de les weet je wat post operatieve zorg is.
3. Weet je welke verpleegkundige zorg belangrijk is met betrekking tot pre en postoperatief

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is pré operatief
Voor operatie (pre = voor)
 
Voorzorgsmaatregelen treffen

Reden: veilig en juiste manier operatie ingaan/opereren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderzoeken worden er pre-operatief gedaan?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Pre operatieve onderzoeken
X-thorax, bloedonderzoek, ECG (hartfilmpje), Echografie, EEG, MRI of CT-scan, Scopie, longfunctieonderzoek, urine onderzoek.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pré operatief
  • Naar de anesthesist voor lichamelijke controle. 
  • Anamnese door de anesthesist (risico’s, soort en vorm.  toediening anesthesie. 
  • ASA schaal invullen.
  • Anesthesist vraagt zo nodig nog aanvullend onderzoek aan.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ASA schaal
  • De ASA schaal voor preoperatief onderzoek worden wereldwijd gebruikt als een soort inschatting van de gezondheid en de risico's bij patiënten die geopereerd moeten worden.
  • Anesthesisten stemmen hun screenend onderzoek af op de ASA klasse.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ASA schaal
ASA-klasse I : gezonde persoon, zonder regelmatig medicatiegebruik.


ASA-klasse II : patiënt met een lichte aandoening waarvoor hij al dan niet medicatie neemt; deze aandoening beperkt zijn normale activiteiten niet (bv matige hypertensie onder controle met medicatie ).







Slide 9 - Tekstslide

ASA 1 en 2 poliklinisch anders klinisch
ASA schaal
  • ASA-klasse III : patiënt met een ernstige systeemaandoening waarvoor hij medicatie neemt; deze aandoening beperkt zijn normale activiteiten (bv: longziekten, morbide obesitas).
  • ASA-klasse IV : patiënt met een zeer ernstige systeemaandoening, die een chronische bedreiging voor het leven vormt.
  • ASA-klasse V : een zwaar zieke patiënt waarvan men niet verwacht dat hij nog 24 uur zal overleven, met of zonder ingreep.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht op informatie
WGBO (wet geneeskundige behandelingsovereenkomst)
Welke info?
Bezoek anesthesist
Andere disciplines
Voorbereiding operatie
Eventuele onderzoeken
Info over regels en bezoektijden afdeling
Bezoek IC wanneer nazorg op IC nodig is


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke pre-operatieve (VPK) zorg moet altijd gebeuren?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Anamnese
  • Allergieën navragen ​
  • Vitale functies meten​
  • Lengte en gewicht​ controleren
  • Medicatiegebruik navragen ​
  • Invullen anesthesie formulier​ invullen> op tijd gestopt / stollingsstatus vermelden​
  • check van pre-operatieve onderzoeken







Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check preoperatieve traject/ voorlichting
  • Ontvangen informatie
  •  opname dag
  •  operatie
  •  post operatief
  •  nazorg naar huis







Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klinische opname
  • 1 dag of enkele dagen voor OK komen
  • 1 persoonskamer of meer persoonskamer - elk bed eigen apparatuur
  • Bandje omdoen met naam, geboortedatum en patiëntnummer
  • Voorlichting geven procedure en operatie (VPK)
  • Alvast oefenen voor na OK > bijvoorbeeld met krukken lopen
  • Voorbereiden voor OK

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding OK
Nuchter houden​ 

Nagellak en Make-up verwijderen​
Ontharen (indien nodig)​
Laxeren (indien nodig)
Sierraden verwijderen​
Ok jasje aandoen​
Pre medicatie​ geven
Protheses verwijderen (gebit/bril/lenzen/gehoorapparaat)​
Diabetes-schema, longschema en antibioticaprofylaxe





Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overdracht Holding
  • dossier: juiste dossier compleet en beschikbaar
  • reanimatiebeleid bekend en vastgelegd
  • identiteit zorgvrager: naam, geboortedatum en patiëntnummer (bandje om!!)
  • bekendheid van de aanwezigheid van allergieën
  • soort operatie
  • Medicatie en premedicatie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij post operatieve zorg?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Post operatieve zorg

Post = Na
Voorkomen en vroegtijdig herkennen
van complicaties na de ingreep
Observeren!


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkoeverkamer/recovery
  • Mondelinge/schriftelijke overdracht naar afdeling of IC.
  • Observeren middels de ABCDE methode
  • Observeren pijn, misselijkheid en nabloedingen
  • Observeren vochtbalans

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post operatieve zorg VPK
Algehele conditie: observeren!
Familie inlichten (1e contact persoon)
Controle vitale functies volgens protocol
Afplakken drains en aftekenen pleisters
Infuus aansluiten en instellen
Andere apparatuur aansluiten en instellen
Vochtbalans (her)starten
Eigen kleding aan en gebit in
hulp drinken 
Er zijn

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post operatieve zorg VPK
Vitale functies meten (EWS/SBAR inzetten)​

Observeren misselijkheid​, pijnklachten en verwardheid
Urineproductie​ controleren
Wondcontrole​ (nabloeden en infectie)
Controle gevoel in extremiteiten​
Controle drainproductie of bloedverlies elders
Handel volgens protocol van de ingreep/ok verslag





Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de meest voorkomende complicaties postoperatief?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Observeren!
Pijn
Misselijkheid
Verwardheid
Vochtbalans (in en output)
Nabloedingen
Complicaties

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wonddrains
Soorten.
Verzorging.
Complicaties.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een drain?
Een drain is een dun kunststof buisje met een opening aan elk uiteinde, dat zorgt voor een verbinding van een deel van het lichaam met de buitenwereld.
Kan diep, maar ook oppervlakkig liggen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een wonddrain wordt aangebracht als:
De arts na een operatie een verhoogde afscheiding van wondvocht of bloed verwacht. 
Of als een wond niet goed geneest.
Doel infectie te verkleinen en genezing te bevorderen. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je met een drain douchen denk je?
A
Ja, altijd.
B
Ja, zolang de insteekopening goed afgeplakt is.
C
Nee.
D
Nee, je kan alleen in bad.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meest gebruikte drains zijn:
* Wonddrain.
* Galdrain.
* Ascitesdrain (vocht in buik).
* Thoraxdrain (wordt na een longoperatie aangebracht om de druk te handhaven).

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve en passieve wonddrainage:

*Passieve drainage: onbelemmerd afvloeien. 
*Actieve drainage: afvloeien door middel van afzuigen. 

Afhankelijk van de plaats van de drain, soort wond, weefsel en de verwachte hoeveelheid secreet kiest de arts voor passieve of actieve drainage.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passieve drain
(Hevelen)
Actieve drain

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passieve (open) drainage:

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve drainage:
Exudrain - Harmonicadrain - Redondrain
  

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve (gesloten) drainage:
* Actieve drainage vindt plaats onder invloed van een aanzuigende kracht.

* Door druk wordt het wondvocht uit de diepte van de wond gezogen. 

* Via een rubberen slangetje komt het vocht in het vacuümflesje terecht. 

*Als het vacuüm afneemt, komt de harmonicadop omhoog.
Dan pot vervangen of harmonica inknijpen, anders vergrote kans op infectie.


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wond met redondrain
Verschillende potten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten verzorging:

  • Systeem welke hevelt, zorg voor lager hangen van de zak.
  • Hoeveelheid wondvocht 1x24u opschrijven conform afspraak instelling.
  • Insteek min. 1x/24u verzorgen.
  •  Hechtingen in tact laten.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is normaal dat de insteekopening rondom de drain wat rood word, wanneer moet je wel contact opnemen met de arts?
A
Wanneer het rondom pijn gaat doen.
B
Wanneer de roodheid toeneemt.
C
Wanneer de roodheid toeneemt, het wondgebied hard, warm en pijnlijk aanvoelt.
D
Als je koorts krijgt.

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verzorging drain

Slide 38 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgen van een drain:
Werk aseptisch.
Dagelijks inspecteren op: hoeveelheid secreet,
toestand insteekopening (roodheid, lekkage), wondverband controle.
 Steriel afplakken.
Rapporteren.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten:
Drainproductie aantal keer per dag observeren en 1 keer per dag noteren.
Let op de kleur van de drainproductie.
Voorkom spanning op de slang van de drain.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties:
De drain ligt niet goed meer in de wond (niet terug schuiven, arts).
Lekkage van wondvocht langs de drain (afdekken, arts).
Ontsteking in het wondgebied of rondom de insteekopening (infectie, koorts of een subfebriele temp ? Arts). 
De drain loopt niet goed meer door (knik, klem erop, strakke kleding? Arts)
De samenstelling van het wondvocht verandert van helder vocht naar bloed (arts).





Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drain verwijderen:
Het verwijderen van een drain gebeurt op voorschrift van een arts en is afhankelijk van de wondvochtproductie: bij een productie van minder dan 50 mL in 24 uur mag de drain worden verwijderd. 
Meestal is dat rond de vierde dag het geval. 
Informeer de zorgvrager vooraf goed over het verwijderen van de drain. Vertel hem dat de verwijdering mogelijk pijnlijk is en wat je gaat doen om de pijn te beperken.
 Ook leg je uit waarom de drain eruit mag en hoe je dat gaat doen.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drain verwijderen:
Eerst desinfecteren.
Hechting verwijderen.
Haal het vacuüm van de drain af.
Plaats een steriel gaas op de insteekopening.
Haal de drain er met een vloeiende beweging uit. 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even terug komend op de leerdoelen? 

1. Aan het einde van de les weet je wat pré operatieve zorg is.
2. Aan het einde van de les weet je wat post operatieve zorg is.
en 
3 weet je welke verpleegkundige zorg belangrijk is met betrekking tot pre en postoperatief.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check vragen n.a.v. les 
Beantwoord de vragen Pre:
1) wat is Pre-operatief
2 Welke gegevens heb je nodig in de anamnese
3 Welke controles voor je uit als VPK
4) wat is de ASA schaal

Beantwoord de vragen Post:
1) Wat is Post-operatief
2) Wat is de post operatie verpleegkundige zorg
3) Wat zou je willen weten als je de patiënt ophaalt vanuit de verkoever?
3 Wat is de  ABCDE methode en EWS/SBAR

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiter:
Schrijf in duo's kort op wat je geleerd hebt deze les?


Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies