Alleen kijken naar een tekst zonder de ogen te bewegen over de tekst.
Geen punten of komma’s gebruiken.
Geen e-mailadres hebben.
Moeite hebben met mobiel bankieren.
Een slecht leesbaar handschrift hebben.
Vaak of een lange periode werkloos zijn.
Niet verder groeien in het werk.
Een uur te vroeg of te laat zijn op een afspraak.
Negatief praten over schoolervaring.
Moeite hebben met navigatie.
Smoesjes gebruiken als ‘bril vergeten zijn’ of ‘zere hand hebben’ als gevraagd wordt iets te lezen of te schrijven