Complexe cliënten: Laaggeletterdheid

Taalmaatjes 
Wat gaan we doen?
periode 1 voorbereiden op 
periode 2-3-4 wekelijkse bijeenkomsten met de taalmaatjes
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Taalmaatjes 
Wat gaan we doen?
periode 1 voorbereiden op 
periode 2-3-4 wekelijkse bijeenkomsten met de taalmaatjes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taal maakt je sterker
Laaggeletterdheid & analfabetisme

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het laatste boek dat je hebt gelezen?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inhoudsopgave
  • Laaggeletterdheid
  • Relevantie voor MZ
  • Problemen  laaggeletterden 
  • Organisaties 
  • Signaleren/begeleiden laaggeletterden
  • vrijwillige inzet maatschappelijk probleem

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kunt een definitie geven van laaggeletterdheid
  2. Je kunt in je eigen woorden uitleggen waarom deze doelgroep relevant is voor MZ
  3. Je kunt voorbeelden geven waar laaggeletterde mensen moeite mee hebben
  4. Je kunt het verschil uitleggen tussen laaggeletterdheid en analfabetisme

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij laaggeletterdheid?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Laaggeletterdheid
Laaggeletterdheid is een term voor mensen die moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak hebben zij daardoor ook moeite met het gebruik van een computer of een smartphone

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen zijn er laaggeletterd in Nederland?
A
50.000
B
1.000.000
C
150.000
D
2.500.000

Slide 9 - Quizvraag

1 op de 6 mensen 
Waar denk je dat laaggeletterde mensen moeite mee hebben in het dagelijks leven?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Onder andere moeite met: 
  • Formulieren invullen 
  • Straatnaamborden lezen,
  • Reizen met OV 
  • Pinnen en digitaal betalen
  • Werken met de computer, solliciteren
  • Begrijpen van informatie over gezondheid en zorg

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen 
  • Werk (baan vinden, behouden, digitale vaardigheden) 
  • Gezondheid (bijsluiters, afspraken) 
  • Geld (beheren geldzaken) 
  • Gezin (voorlezen, boodschappen) 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relevantie voor MZ
In Nederland hebben 2,5 miljoen volwassenen moeite met lezen, schrijven en/of rekenen (Algemene Rekenkamer, 2016). Vaak hebben zij ook moeite met digitale vaardigheden. Dat heeft grote impact op hun persoonlijke leven. Als je niet goed kunt lezen, schrijven en/of rekenen, vind je minder snel een baan, kun je minder gezond leven en heb je minder grip op je geldzaken. Onder de 2,5 miljoen laaggeletterden zijn 1,8 miljoen 16- tot 65-jarigen die moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen.

Laaggeletterdheid is een maatschappelijk probleem dat terug kan komen bij allerlei verschillende specifieke doelgroepen in de maatschappij. Dit probleem behoort niet tot 1 doelgroep maar kan aanwezig zijn bij allerlei doelgroepen.  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen die laaggeletterd zijn, zijn analfabeten
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord 
Laaggeletterden kunnen wel lezen, schrijven en/of rekenen, maar beheersen niet het minimale niveau voor een startkwalificatie om te kunnen meedoen in de samenleving. Het minimale niveau is vastgesteld op 2F. Vanaf niveau 2F spreekt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van ‘geletterdheid’. Dit niveau komt overeen met het eindniveau van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en mbo 2/3

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je niet digitaal vaardig bent, ben je laaggeletterd
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Mensen die wel kunnen lezen, schrijven en rekenen maar onvoldoende digitale vaardigheden hebben, behoren niet tot de doelgroep laaggeletterden. Een oudere die zijn geldzaken niet online kan doen of niet online kan werken met een DigiD, maar wel goed is in taal en rekenen is niet
laaggeletterd.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderen met een te laag taal- of rekenniveau zijn laaggeletterd
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Op kinderen is de term ‘laaggeletterdheid’ niet van toepassing. Tenslotte zijn
kinderen en jongeren nog bezig om het eindniveau van vaardigheden te
verwerven. Voor (jonge) kinderen kan het daarom volstrekt normaal zijn om
te functioneren op een niveau dat we voor volwassenen als laaggeletterd
beschouwen. Aan het eind van het basisonderwijs wordt van de leerling
verwacht dat deze minimaal het niveau 1F behaalt. Heeft de leerling dit
niveau niet behaald, dan beschouwen we dit als een achterstand. Deze
leerling heeft een verhoogde kans om later laaggeletterd te worden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wie zou met deze doelgroep willen werken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies