LES 1 - Basis - Energie en Grondstoffen

Les 1: Energie en Grondstoffen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 1: Energie en Grondstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben?
- Wat is energie?
- Waarom gebruiken we energie?


- Wat zijn grondstoffen?
- Waarom gebruiken we grondstoffen?

Slide 2 - Tekstslide

Energie en grondstoffen van vroeger naar nu
prehistorie                                          2020

Slide 3 - Tekstslide

Noem een verschil tussen het koken van toen en nu.

Slide 4 - Woordweb

Noem een voorbeeld van energie

Slide 5 - Woordweb

Begrip: Energie
We hebben altijd energie nodig om iets te laten werken. Als we bijvoorbeeld willen zwemmen, hebben we energie nodig om ons door het water voort te bewegen. Als je het licht aandoet heb je eerst energie nodig, die dan wordt omgezet in elektriciteit, waardoor wij licht hebben.

Energie is een reactie op verbranding.

Er zijn heel wat verschillende soorten energiebronnen. Wij zetten meestal energie om in elektriciteit, omdat we voor heel veel dingen in ons dagelijks leven elektriciteit nodig hebben. 

Slide 6 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een grondstof

Slide 7 - Woordweb

Begrip: Grondstof(fen)
Grondstoffen zijn materialen die in een proces gebruikt worden om iets te maken of te fabriceren. Specifiek natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur gevonden worden, zoals vruchtbare aarde, olie, mineralen, hout en andere gewassen. In productieprocessen kunnen ook niet-natuurlijke grondstoffen gebruikt worden: dit wordt ook wel een halffabricaat genoemd.

Slide 8 - Tekstslide

Ga zelfstandig aan de slag
- Bekijk het filmpje
- Schrijf de vraag over op je antwoordenpapier
- Geef antwoord op de vragen

Je kan geen muziek luisteren, de filmpjes geven informatie.

Klaar? Vraag aan de docent of je de antwoorden mag hebben om na te kijken
Daarna krijg je de vraag voor je eindopdracht.

Slide 9 - Tekstslide

Een dag zonder stroom
Wat hebben verlichting, verwarming, een mobieltje en een koelkast met elkaar te maken?
Ze doen het niet zonder stroom! 

Elektriciteit is zo vanzelfsprekend dat je er niet bij stilstaat, tot de stroom uitvalt of de accu leeg is.

Vraag 1: Wat zou jij doen op een dag zonder stroom?


Slide 10 - Tekstslide

Energie uit fossiele brandstof
We gebruiken steeds meer energie en die halen we vooral uit fossiele brandstoffen.

Vraag 2: Hoe lang kunnen we met fossiele brandsof doorgaan? 

Fossiele brandstoffen hebben als nadeel dat ze op kunnen raken.

Vraag 3: Is kernenergie wel zo'n goed alternatief.


Slide 11 - Tekstslide

Energie uit duurzame bronnen
De meeste energiecentrales gebruiken voor de opwekking van elektriciteit niet-duurzame energiebronnen zoals kolen, aardgas en olie.
Omdat die bronnen vervuilend zijn en opraken, is het beter om over te stappen op duurzame, vernieuwbare energiebronnen.
Schone bronnen die niet opraken.

Vraag 4: Rijden treinen in Nederland al op groene stroom?


Slide 12 - Tekstslide

Bespaartips
Energie besparen is niet alleen beter voor het milieu, maar spaart ook de inhoud van je portemonnee. Het is simpel energie kunt besparen. Soms moet je wel eerst wat investeren voordat je geld kunt overhouden. Je gaat een top drie met bespaartips opstellen.

Vraag 5:  Wat vind je van de tips van Melvin?  

Vraag 6: Geef zelf ook nog één tip.


Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 13 - Tekstslide

Nederland en Frankrijk
In Nederland wordt elektriciteit heel anders opgewekt dan in Frankrijk. Er zijn overeenkomsten tussen beide landen, maar vooral grote verschillen. De verschillen zijn deels te verklaren uit de geografische omstandigheden in beide landen.

Vraag 7:  Wat is een voordeel en een nadeel van het gebruik van aardgas als energiebron?


Slide 14 - Tekstslide

Energie transport
Elektriciteit komt via kabels de huizen binnen, gas via ondergrondse buizen.
De vraag naar elektriciteit en gas is niet altijd precies hetzelfde.  In de winter is er bijvoorbeeld meer gas nodig om gebouwen te kunnen verwarmen.  Dat betekent dat er reservevoorraden moeten zijn of dat energie moet worden aangevoerd uit het buitenland.

Vraag 8:  Heb je bij jou in de buurt ook een transformatorhuisje? Waaraan herken je dat?


Slide 15 - Tekstslide

Energy-case: Brazilië
In Nederland gaan we steeds meer duurzame energie gebruiken, in Brazilië doen ze dat al jaren.  Maar er is in Brazilië de laatste jaren wel veel veranderd op het gebied van energieverbruik en energieproductie. Helaas heeft dit grote gevolgen voor de natuur en de oorspronkelijke bewoners van het gebied. 

Vraag 9:  Waarom zijn de bewoners tegen het kappen van de bomen?


Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting 
Wat is energie?  Energie is een reactie op verbranding.
Waarom gebruiken we energie? Om te kunnen leven en om het leven gemakkelijker te maken.
Waar hebben we energie voor nodig? Om machines en electrische apparaten te kunnen laten werken. Eten om zelf te kunnen functioneren.

Wat zijn grondstoffen?  Grondstoffen zijn materialen die in een proces gebruikt worden om iets te maken of te fabriceren. Specifiek natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur gevonden worden, zoals vruchtbare aarde, olie, mineralen, hout en andere gewassen. 
Waarom gebruiken we grondstoffen? Om producten van te maken of op te eten.
Waarvoor hebben we grondstoffen nodig? Zonder grondstoffen zijn er geen producten en ook geen spullen of eten.

Slide 17 - Tekstslide

Klaar?
- vraag aan je docent om het antwoorden formulier
- daarna krijg je de vraag voor je eindopdracht

Slide 18 - Tekstslide