Thema 9 Grondstoffen Blok 1 Energie en grondstoffen

Mundo 
Leerwerkboek 9
Grondstoffen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mundo 
Leerwerkboek 9
Grondstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Les 1: Blok 1 Energie en grondstoffen
  • Voorkennis blok 1
  • Video: Hoe wordt van veen turf gemaakt
  • Lezen lesstof
  • Aan de slag
  • Terugblik - lessonup

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de leerdoelen van deze les?

  • Je kan uitleggen waarom in Nederland turf als brandstof gebruikt werd.
  • Je kan het verschil uitleggen tussen wat fossiele brandstoffen en duurzame energiebronnen
  • Je weet waar plaatsnamen als Hoogeveen een naam aan te danken hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Jij hebt vandaag al gebruik van energie en grondstoffen. Bedenk 5 voorbeelden waarvoor jij dit vandaag al hebt gebruikt.

Slide 4 - Woordweb

Waar gaan we het over hebben?
- Wat is energie?
- Waarom gebruiken we energie?
- Waar hebben we energie voor nodig?

- Wat zijn grondstoffen?
- Waarom gebruiken we grondstoffen?
- Waarvoor hebben we grondstoffen nodig?

Slide 5 - Tekstslide

Noem twee dingen waarvoor jij vandaag energie voor hebt gebruikt

Slide 6 - Woordweb

Noem twee soorten energie die je al kent

Slide 7 - Woordweb

Energiebronnen in Nederland

Duurzame energiebronnen:
wind/water/zon 1%


Raken niet op en zijn minder schadelijk voor het milieu
Fossiele brandstoffen die NL gebruikt:
  • aardgas 45%
  • aardolie 38%
  • steenkool 10%

Kunnen opraken en zijn slecht voor het milieu

Slide 8 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van energie

Slide 9 - Woordweb

Begrip: Energie
  • We hebben altijd energie nodig om iets te laten werken. Als we bijvoorbeeld willen zwemmen, hebben we energie nodig om ons door het water voort te bewegen. Als je het licht aandoet heb je eerst energie nodig, die dan wordt omgezet in elektriciteit, waardoor wij licht hebben.
  • Energie is een reactie op verbranding.
  • Er zijn heel wat verschillende soorten energiebronnen. Wij zetten meestal energie om in elektriciteit, omdat we voor heel veel dingen in ons dagelijks leven elektriciteit nodig hebben. 


Slide 10 - Tekstslide

Begrip: Grondstof(fen)
Grondstoffen zijn materialen die in een proces gebruikt worden om iets te maken of te fabriceren. Specifiek natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur gevonden worden, zoals vruchtbare aarde, olie, mineralen, hout en andere gewassen. In productieprocessen kunnen ook niet-natuurlijke grondstoffen gebruikt worden: dit wordt ook wel een halffabricaat genoemd.

Slide 11 - Tekstslide

Hout, turf en steenkool 
  • Hout was lang dé energiebron.
  • IJzererts werd gesmolten op vuur > 130 kg hout nodig per kilo. Rond 1500 waren de meeste bossen gekapt. 

  • Turf werd ook gebruikt als brandstof = gedroogd veen = plantenresten

  • Steenkool is een ook een fossiele brandstof = brandstof gevormd uit planten en/ of dieren. 

Slide 12 - Tekstslide

Turfwinning
De veengebieden werden in langgerekte stroken afgegraven. De blokken turf werden gedroogd. 

De turf kon worden gebruikt als brandstof, omdat in de Middeleeuwen hout steeds schaarser werd in Nederland (overmatige houtkap door bevolkingsgroei). 

Slide 13 - Tekstslide

Video: Leg in eigen woorden hoe uit veen de brandstof turf wordt gemaakt

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Leg in eigen woorden uit hoe van turf veen wordt gemaakt

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag! 
Lezen: ‘Waar gaat dit blok over?', ‘Hout, turf en steenkool', 'Veengebieden', ‘ blz. 8 t/m 15
Maken: opdracht 1ab, 2, 3ab, 4, 5abc, 6, 7, 8 en 9
Klaar? Nakijkboek staat in de studiewijzer.
Muziek mag (oordopjes)
Overleg rustig met degene naast je.
Kom je er niet uit, kom dan met je boek bij mij.


timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Hieronder staan verschillende manieren om aan branfstof te komen. Welke van deze manieren valt onder 'fossiele brandstof'?
Sleep alle fossiele branfstoffen naar het sleepvak.
Fossiele brandstof
Water
Aardgas
Zon
Steen
Aardolie
Wind
Kolen

Slide 18 - Sleepvraag

Les 2
Industriële revolutie

Slide 19 - Tekstslide

Les 2:  Blok 1 Energie en grondstoffen
Wat gaan we doen deze les? 
  • Herhalen - vorige les
  • Kijken: Histoclip: De industriële revolutie.
  • Aan de slag - opdrachten/poster maken
  • Terugblik

Slide 20 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit hoe van veen de brandstof turf wordt gemaakt

Slide 21 - Open vraag

Hieronder staan verschillende manieren om aan branfstof te komen. Welke van deze manieren valt onder 'fossiele brandstof'?
Sleep alle fossiele branfstoffen naar het sleepvak.
Fossiele brandstof
Water
Aardgas
Zon
Steen
Aardolie
Wind
Kolen

Slide 22 - Sleepvraag

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de industriële revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn de leerdoelen van deze les?

  • Je kan uitleggen waarom de stoommachine voor de industriële revolutie heeft gezorgd.
  • Je kan uitleggen wat vestigingsvoordelen zijn
  • Je kan uitleggen waarom de industriële revolutie juist in Engeland begon.
  • Samen lezen: De lesstof in de paarse blokjes.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Aan de slag! 
  • Lezen: De lesstof in de paarse blokjes.
  • Maken: opdracht 10, 11, 13, 15, 16, 17, 21 en 22
  • (blz. 15 t/m 23)
  • Klaar? Nakijkboek staat inde studiewijzer.
  • Muziek mag. Overleg rustig met degene naast je.
  • Kom je er niet uit, kom dan met je boek bij mij.
timer
20:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Poster: Fossiele brandstof
Maak alleen een poster over een fossiele brandstof naar keuze: Veen, aardolie, aardgas of steenkool. (gebruik hiervoor blok 1 en het internet)
-Leg uit hoe het precies is ontstaan.
-Waar gebruik je het voor in het dagelijks leven? 
-Wat is het verbruik in procenten in Nederland en waar in de grond in Nederland is het te vinden.
-Gebruik minstens 3 afbeeldingen over het gekozen onderwerp.
-Wat is er de laatste tijd over in het nieuws geweest? 
Tip: gebruik de app-Picsart/canva als postermaker



timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Einde les

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Stoommachines
  • Tot de 18e eeuw veel huisnijverheid naast de landbouw.
  • Door bevolkingsgroei groeit de vraag naar kleding.
  • Engelse uitvinders ontwerpen nieuwe spin-en weefmachines. 

  • Machines worden steeds groter > eerst aangedreven met waterkracht > fabrieken worden gevestigd aan rivieren/bij water 
  • Ligging aan het water is vestigingsplaatsvoordeel

  • Stoommachines worden aangedreven met steenkool.  Fabrieken ontstaan in buurt van mijnen. Industriële revolutie begint in Engeland. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Les 2:  Blok 1 Energie en grondstoffen
Wat gaan we doen deze les? 
  • Herhalen
  • Kijken: Histoclip De industriële revolutie 
  • Uitleg over blok 1
  •  Lezen: ‘Engeland en de rest van de wereld', ‘Congo: arm land met rijkdom aan grondstoffen’. p. 17 & 20. 
  • Aan de slag! 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Een dag zonder stroom
Wat hebben verlichting, verwarming, een mobieltje en een koelkast met elkaar te maken?
Ze doen het niet zonder stroom! 

Elektriciteit is zo vanzelfsprekend dat je er niet bij stilstaat, tot de stroom uitvalt of de accu leeg is.

Vraag 1: Wat zou jij doen op een dag zonder stroom?


Slide 35 - Tekstslide

Koeien energie
Stroom komt uit een stopcontact. Maar hoe komt het dan in dat stopcontact?
Waar komt stroom vandaan? Hoe wordt elektriciteit gemaakt?
Dat gaan jullie nu uitzoeken.

Vraag 2:  Welke bewegingen van de koe worden omgezet in energie?

Slide 36 - Tekstslide

Energie uit fossiele brandstof
We gebruiken steeds meer energie en die halen we vooral uit fossiele brandstoffen.

Vraag 3: Hoe lang kunnen we met fossiele brandsof doorgaan? 

Fossiele brandstoffen hebben als nadeel dat ze op kunnen raken.

Vraag 4: Is kernenergie wel zo'n goed alternatief.


Slide 37 - Tekstslide

Energie uit duurzame bronnen
De meeste energiecentrales gebruiken voor de opwekking van elektriciteit niet-duurzame energiebronnen zoals kolen, aardgas en olie.
Omdat die bronnen vervuilend zijn en opraken, is het beter om over te stappen op duurzame, vernieuwbare energiebronnen.
Schone bronnen die niet opraken.

Vraag 5: Rijden treinen in Nederland al op groene stroom?


Slide 38 - Tekstslide

Bespaartips
Energie besparen is niet alleen beter voor het milieu, maar spaart ook de inhoud van je portemonnee. Het is simpel energie kunt besparen. Soms moet je wel eerst wat investeren voordat je geld kunt overhouden. Je gaat een top drie met bespaartips opstellen.

Vraag 6:  Wat vind je van de tips van Melvin?  

Vraag 7: Geef zelf ook nog één tip.


Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 39 - Tekstslide

Nederland en Frankrijk
In Nederland wordt elektriciteit heel anders opgewekt dan in Frankrijk. Er zijn overeenkomsten tussen beide landen, maar vooral grote verschillen. De verschillen zijn deels te verklaren uit de geografische omstandigheden in beide landen.

Vraag 8:  Wat is een voordeel en een nadeel van het gebruik van aardgas als energiebron?


Slide 40 - Tekstslide

Energie transport
Elektriciteit komt via kabels de huizen binnen, gas via ondergrondse buizen.
De vraag naar elektriciteit en gas is niet altijd precies hetzelfde.  In de winter is er bijvoorbeeld meer gas nodig om gebouwen te kunnen verwarmen.  Dat betekent dat er reservevoorraden moeten zijn of dat energie moet worden aangevoerd uit het buitenland.

Vraag 9:  Heb je bij jou in de buurt ook een transformatorhuisje? Waaraan herken je dat?


Slide 41 - Tekstslide

Energy-case: Brazilië
In Nederland gaan we steeds meer duurzame energie gebruiken, in Brazilië doen ze dat al jaren.  Maar er is in Brazilië de laatste jaren wel veel veranderd op het gebied van energieverbruik en energieproductie. Helaas heeft dit grote gevolgen voor de natuur en de oorspronkelijke bewoners van het gebied. 

Vraag 10:  Waarom zijn de bewoners tegen het kappen van de bomen?


Slide 42 - Tekstslide

Samenvatting 
Wat is energie?  Energie is een reactie op verbranding.
Waarom gebruiken we energie? Om te kunnen leven en om het leven gemakkelijker te maken.
Waar hebben we energie voor nodig? Om machines en electrische apparaten te kunnen laten werken. Eten om zelf te kunnen functioneren.

Wat zijn grondstoffen?  Grondstoffen zijn materialen die in een proces gebruikt worden om iets te maken of te fabriceren. Specifiek natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur gevonden worden, zoals vruchtbare aarde, olie, mineralen, hout en andere gewassen. 
Waarom gebruiken we grondstoffen? Om producten van te maken of op te eten.
Waarvoor hebben we grondstoffen nodig? Zonder grondstoffen zijn er geen producten en ook geen spullen of eten.

Slide 43 - Tekstslide

Klaar?
- vraag aan je docent om het antwoorden formulier
- daarna krijg je de vraag voor je eindopdracht

Slide 44 - Tekstslide