Instructie 1.3 Fotosynthese en verbranding

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Organische stoffen
Anorganische stoffen

Komen zowel voor in organismen als in de levende natuur

Zijn door organismen gevormd

Energie arm

Energie rijk

CO2, O2, IJzer

Glucose, zetmeel

Slide 12 - Sleepvraag

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 13 - Sleepvraag

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de functie van bladeren?
In de bladeren zitten bladgroenkorrels.
Bladgroenkorrels zijn voor de fotosynthese
A
stevigheid
B
CO2 afgeven
C
fotosynthese
D
water afgeven

Slide 15 - Quizvraag

Vul de formule voor fotosynthese in!
Water
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof

Slide 16 - Sleepvraag

bij dit proces komt energie vrij
A
fotosynthese
B
verbranding

Slide 17 - Quizvraag

Hoe zou je de verbranding van glucose kunnen opschrijven?
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 18 - Sleepvraag

Wanneer vindt de meeste verbranding plaats?
A
Als je actief bent
B
Als je net gegeten hebt
C
Als je slaapt
D
Als je net wakker bent

Slide 19 - Quizvraag

In welke organismen vindt verbranding plaats?
A
Alleen in planten
B
Alleen in dieren
C
In planten en dieren
D
Niet in planten en niet in dieren

Slide 20 - Quizvraag

Zo kun je een koolstofdioxide aantonen
Verbrandingsproduct
Indicator
Troebel

Slide 21 - Sleepvraag

Verbrandingsreactie van verbranding in elke cel van het lichaam:


.......1........ + zuurstof ==> ……………2………….. + …………3…….……….. + …………4…………
(verbrandingsproducten)

A
1: water 4: energie
B
1: koolstofdioxide 4: water
C
1: glucose 4: energie
D
1: glucose 2: water

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de fotosynthesereactie?
A
zuurstof+water--> glucose+koolstofdioxide
B
zuurstof+glucose--> water+koolstofdioxide
C
water+koolstofdioxide --> zuurstof+glucose
D
zuurstof+koolstofdioxide--> water+glucose

Slide 23 - Quizvraag

Welke van deze stoffen is anorganisch?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten
D
mineralen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen organische stof?
A
Glucose
B
Eiwit
C
Water
D
Vet

Slide 25 - Quizvraag

Anorganische stoffen zijn
A
Energie rijk
B
Energie arm
C
Worden gevormd door fotosynthese
D
Zijn voedingsstoffen

Slide 26 - Quizvraag

Organische stoffen zijn
A
energierijk
B
energiearm

Slide 27 - Quizvraag

Anorganisch
Organisch
energiearm
energierijk
komt ook voor in levenloze natuur
komt alleen voor in levende/dode natuur
glucose
water

Slide 28 - Sleepvraag