NL voordeel week 3- lezen tekstsoorten en doelen

Nederlands voordeel week 3




Lezen tekstsoorten / tekstdoelen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands voordeel week 3




Lezen tekstsoorten / tekstdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lezen doe je de hele dag door. Niet alleen boeken, maar ook je lesrooster, een gratis krant in de trein, een reclameposter in een bushokje, een WhatsApp of een Facebookbericht. Als je gaat lezen is het belangrijk om te weten wat het doel is van de tekst. Vandaag gaan we hiermee oefenen.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt verschillende tekstsoorten herkennen;
  - Je kunt het verschil noemen tussen informatieve, betogende, instructieve en verhalende teksten;
  - Je kunt verschillende tekstdoelen herkennen en benoemen;


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Tekstdoelen
Teksten kunnen meer doelen tegelijk hebben, bijvoorbeeld informeren en overtuigen. Het belangrijkste doel bepaalt tot welke soort we de tekst rekenen.
Elke tekst heeft een doel. Er zijn verschillende doelen. Vaak hebben teksten ook meerdere doelen en mag je er maar één kiezen. Ben dan kritisch in je keuze.

Slide 5 - Tekstslide

Tekstdoelen
INFORMEREN:
De schrijver wil dat je over een bepaald onderwerp iets te weten komt. Voorbeelden hiervan zijn een nieuwsbericht, een leerboek voor school, een woordenboek, een tweet over een bepaald onderwerp, een zakelijke brief. Er staan feiten in.
OVERTUIGEN:
De schrijver wil je overtuigen van een bepaalde mening. Voorbeelden hiervan zijn een reclametekst, een recensie, een column.
OVERHALEN of ACTIVEREN:
De schrijver wil je vooral overhalen om iets te gaan doen. Voorbeelden hiervan zijn een advertentie, uitnodiging, reclamefolder.
INSTRUCTIE GEVEN of INSTRUEREN:
De schrijver leert je stap voor stap om een handeling goed uit te voeren. Voorbeelden hiervan zijn een kookrecept, een gebruiksaanwijzing, een werkrooster.
AMUSEREN of VERMAKEN:
De schrijver wil dat je geniet van een tekst. Voorbeelden hiervan zijn een leesboek, een verhaal in een tijdschrift, een e-mail van een vriend, een gedicht.


Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig maken
- Lees tekst 1.
- Maak oefening 1, 2 en 3.

Samen terugkoppelen.

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig maken
- Lees tekst 2.
- Maak oefening 4 en 5.

Samen terugkoppelen.

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig maken
- Lees tekst 3.
- Maak oefening 6, 7, 8 en 9.

Samen terugkoppelen.

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig maken
- Lees tekst 4.
- Maak oefening 10 en 11.

Samen terugkoppelen.

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig maken
- Lees tekst 5.
- Maak oefening 12 t/m 17.

Samen terugkoppelen.

Slide 11 - Tekstslide