Taak 6 Een bestaan opbouwen

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1

Taak 6 Een bestaan opbouwen

Wat we doen:

• Terugblik Taak 5
• Doelstellinen Taak 6
• Eerste levensbehoeften en luxe behoeften
• Bestaansmiddelen
• Beroepen en schaarste
• Productie, consumptie en budgetteren
• Evaluatie 

Terugblik Taak 5

Enkele vragen....

Goed of fout?
'Het weer verandert elke dag.

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
'Nederland heeft een koel klimaat'

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
'Vandaag is het klimaat zonnig'

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
'Het klimaat verandert elke dag'

1. Goed
2. Fout

1

2

3

Zuidpool

Noordpool

Evenaar

Weer:

klimaat:

Gemiddelde weer

Groot gebied

Klein gebied

Toestand in de lucht

lange periode 

korte periode 

Doelstellingen Taak 6

• Je weet het verschil tussen eerste levensbehoeften en luxe behoeften.
• Je weet wat bestaansmiddelen zijn.
• Je kent het verschil tussen goederen en diensten
• Je kunt je eigen inkomsten en uitgaven budgetteren.
• Nieuwe begrippen: beroep, bestaansmiddelen, budgetteren, consumptie, eerste levensbehoeften, productie en schaarste 

Wat heb je wel en niet nodig?

Eerste levensbehoeften: Wat je nodig hebt om te overleven: eten, drinken, onderdak en kleding

Luxe behoeften: Deze spullen heb je niet echt nodig, maar ze maken het leven wel aangenamer.

(Bron 36, blz. 38)

Bestaansmiddelen

Landbouw:
Producten uit de natuur. 

Industrie:
Maken iets van producten uit de natuur. 

Diensten:
 Service verlenen

Manieren waarop mensen voorzien in hun eerste levensbehoeften

Aan de slag:

• Maken opdracht 1 t/m 6. Samenwerken is oké --> Blz 38 + 39
• Klaar. Werk dan aan je PowerPoint 'bekende Nederlander' 
  

Keuzes maken

Keuzes maken 

Je kunt niet alles kopen wat je wil. Dit noem je schaarste.

Om geld te kunnen verdienen ga je nu naar school. Je leert uiteindelijk voor beroep.

Basisonderwijs --> middelbaar onderwijs --> MBO/HBO/Unie --> beroep

Aan de slag:

• Maken opdracht 7 t/m 9. Samenwerken is oké.
• Klaar. Werk dan aan je PowerPoint 'bekende Nederlander' 
  

Op welke manier kom jij aan geld?

Waar geef jij je geld aan uit?

Waar geef jij het vaakste geld aan uit?

Games, telefoons, computers

Snoep, kantine, broodjes

Uitstapjes, bioscoop, vakantie

Kadootjes voor familie en vrienden

Iets anders

Inkomsten en uitgaven

Productie: Het maken van goederen en diensten.

Consumptie: Het kopen van goederen en het afnemen van  diensten.

Het is handig om te weten welke inkomsten en uitgaven je hebt. Je kunt dan plannen welke uitgave je in de toekomst kunt doen, zonder schulden te maken. Het maken van een overzicht van inkomsten en uitgaven noem je budgetteren.

Aan de slag:

• Maken opdracht 10 t/m 16. Samenwerken is oké.
• Klaar. Werk dan aan je PowerPoint 'bekende Nederlander' 
  

Evaluatie:

• Taak 6 nakijken.
• Uitroeptekens zetten.
• Wat hebben we geleerd? 

Eerste levensbehoeften

Luxe behoeften

Leg uit wat schaarste is?

Hoe noemen we het maken van producten en het aanbieden van diensten?

Welk bestaansmiddel hoort bij welke afbeelding?

Landbouw

Industrie

Diensten

Nog vragen??

Wat vind je van Taak 6 : Een bestaan opbouwen?

😒🙁😐🙂😃