Paragraaf 1.5 Natuur- en milieurampen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Verwoestijning komt vooral voor in

1. de woestijn
2. de steppe
3. de savanne
4. het tropisch regenwoud

Verwoestijning. Kies de foute bewering.

1. Neerslagvariabiliteit heeft geen invloed op locatie van de grens van woestijn en steppe.
2. Verwoestijning vindt vooral plaats in aride en semiaride gebieden.
3. Vegetatie en fauna passen zich aan de droogte.
4. Droogte beperkt de draagkracht van de natuur.

Wat is geen oorzaak van het optreden van verwoestijning in de Sahel?

1. akkers liggen een groot deel van het jaar braak
2. toename bevolkingsdruk
3. veel bomen worden gekapt voor brandhout
4. nomaden trekken telkens naar andere plekken

Wat wordt bedoeld met sedentaire akkerbouw?

1. akkerbouw die zich aanpast aan de droogt
2. het toepassen van stripcropping
3. landbouwers die rondtrekken en aan akkerbouw doen
4. landbouwers met een vaste woonplaats die aan akkerbouw doen

Noem een paar voorbeelden van een milieuramp

Noem een voorbeeld van hazardmanagement in Nederland

Als je auto telkens olie lekt op de oprit,
op welke 'sfeer' heeft dit vooral invloed, wat kan het gevolg zijn en op welk schaalniveau zijn de gevolgen vooral merkbaar?

Noteer zoveel mogelijk negatieve gevolgen van mijnbouw in het tropisch regenwoud

Door klimaatverandering zullen de landschapszones op het Noordelijk Halfrond opschuiven naar het

1. noorden
2. zuiden
3. oosten
4. westen

Noem 1 voordeel en 3 nadelen van het warmer worden in het Noordpoolgebied