3.9 spelling bkhv

3.9 spelling
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.9 spelling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden
  • Meervoud zelfstandige naamwoorden ( deel 2 )
  • Dicteewoorden met k-klank

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Slide 3 - Woordweb

Sterk of zwak?

BIJTEN
A
sterk
B
zwak

Slide 4 - Quizvraag

Sterk of zwak?
VERHUIZEN
A
sterk
B
zwak

Slide 5 - Quizvraag

Stam vs. ik-vorm
Stam = hele werkwoord -en 
rennen --> renn
lopen --> lop
reizen --> reiz 

Ik-vorm = wat je schrijft na ''ik'' 
rennen --> ren
lopen --> loop
reizen --> reis

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de ik-vorm van leven?
A
lev
B
leef

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de stam van hopen?
A
hop
B
hoop

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de stam van verven?

Slide 9 - Open vraag

Persoonsvorm in de verleden tijd
Klankveranderende / onregelmatige / sterke werkwoorden:  Schrijf wat je hoort --> bijten - beten; lopen - liepen; kopen - kochten

Klankvaste / regelmatige / zwakke werkwoorden:
 -  ik-vorm + te(n) 
 -  ik-vorm + de(n)

Ezelsbruggetje: 't sexy fokschaap

Slide 10 - Tekstslide

  1. Kijk naar de STAM van het werkwoord 
  2. Eindigt de stam op één van de letters in 't SeXy FoKSCHaap?                               Ja --> -te(n)                                 Nee ---> -de(n)
  3. Staat het onderwerp in EV (geen -n) of MV (wel -n)?

Slide 11 - Tekstslide

't sexy fokschaap
Hopen --> hoopte(n)


Verzorgen --> verzorgde(n)


Beloven --> beloofde(n)

Let op! 
Om te bepalen of er -te(n) of -de(n) achter moet, kijk je naar de STAM. 
Maar je schrijft -te(n) of -de(n) achter de IK-VORM

Slide 12 - Tekstslide

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Slide 13 - Open vraag

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Slide 14 - Open vraag

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

Slide 15 - Open vraag

De docent (starten) de les en (controleren) het huiswerk.

Slide 16 - Open vraag

Opdrachten 
opdracht 1 en 4 blz 187 

Slide 17 - Tekstslide

Dictee

Slide 18 - Tekstslide

meervoud van zelfstandige naamwoorden: Baby en pasta
A
babys en pastas
B
baby's en pastaas
C
baby's en pasta's
D
babys en pasta's

Slide 19 - Quizvraag

Meervoudsvormen: uitleg
melodie - melodieën
bacterie - bacteriën
fee - feeën
museum - museums/ musea
technicus - technici

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de meervoudsvorm van olie?
A
Olies
B
Oliën
C
Olieën

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de meervoudsvorm van calorie?
A
Caloriën
B
Calorieën

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de meervoudsvorm van medium?
A
Mediums
B
Media
C
Mediums èn media

Slide 23 - Quizvraag

Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?
A
Democratieën
B
Categorieën
C
Kolonieën
D
Knieën

Slide 24 - Quizvraag

Welk meervoud is verkeerd gespeld?
A
Kopiën
B
Oliën
C
Zeeën
D
Ideeën

Slide 25 - Quizvraag

Opdrachten 
opdracht 1, 4, 5, 6, 7 en 11 (blz. 187) 


Slide 26 - Tekstslide