2.3 Een wereldeconomie les 1



cursus 2.3 Een wereldeconomie

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les



cursus 2.3 Een wereldeconomie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Toets doornemen
Uitleg wereldeconomie
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Jullie weten wat kapitalisme is. Jullie weten wat de VOC is. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De West-indische compagnie (WIC)



  • 1621 opgericht
  • Driehoekshandel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOC
WIC

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Eén van de grondleggers van het kapitalisme.
  • Adam Smith

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adam Smith vond belangrijk:
  • Ondernemingen moet vrij zijn in hun handelen....
  • De overheid mag daar absoluut niet mee bemoeien.
  • Je mag en kan flink geld verdienen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitalisme
Wat is het kapitalisme?
  • Het is een economisch systeem.
  • Geld investeren in een onderneming om winst te maken.

  • Een kapitalist is dus een persoon die geld investeert in een onderneming met als hoofddoel winst te maken.

Grondlegger van het kapitalisme:
  • Adam smith

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitalisme (2)
Het kapitalisme is dus...
  • Een economisch systeem waar ondernemers geld investeren met als doel winst te maken.
Een van de belangrijkste grondlegger van het kapitalisme is...
  • Adam smith

Wat staat er tegenover het kapitalisme:
  • Het communisme.
  • Iedereen moest gelijk verdienen.
  • De een mag geen hogere economische status hebben dan de ander.
  • De overheid beslist hoeveel er wordt geproduceerd. 

Slide 9 - Tekstslide

Welke landen zijn typisch kapitalistisch, en welke typisch communistisch. 

Rusland, China: Communistisch
Amerika, Nederland: typisch kapitalistisch. 
VOC en WIC
Wat heb je nodig om te reizen:
  •  Schepen, eten, water, wapens, mensen (werklieden)

Hoe konden de VOC en WIC deze lange reizen financieren:
  • Door aandelen beschikbaar te stellen.
  • Mensen konden geld investeren in de VOC.
  • Je koopt al het ware een stukje van de Compagnie.
  • Hiervoor kreeg je elke keer een deel van de winst.

  • Een bedrijf met zo'n aandelen systeem noem je een naamloze vennootschap.

Slide 10 - Tekstslide

VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie): Handel zuidoost-Azië. Specerijen.
WIC (West-Indische Compagnie): driehoekshandel, slavenhandel.

Je koopt al het ware een stukje van de Compagnie.

en krijgen een bewijsdocument met hun investering.
Document met hoeveel geld je hebt geïnvesteerd.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

blz. 62
Opdracht 1-14

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies