Lezen 25-03

Lezen en luisteren - leerjaar 1 - periode 3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lezen en luisteren - leerjaar 1 - periode 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt het onderscheid tussen verkennend-, globaal, en intensief lezen benoemen.
  • Je weet wanneer je verkennend-, globaal-, of intensief leest.
  • Je kunt signaalwoorden herkennen.

(Deze les richt zich op het Centraal Examen: lezen & luisteren)




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Opstart (5 min)
  • Korte herhaling verkennend en globaal lezen (5 min)
  • Theorie -> intensief lezen (10 min) 
  • Theorie -> signaalwoorden en signaalzinnen (5 min)
  • Uitleg opdracht (5 min)
  • Werken aan opdracht (20 min)
  • Evalueren en reflecteren (10 min)
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkennend lezen
  • Bekijk de titel, ondertitel, tussenkopjes, de lead, de bron en eventuele afbeeldingen en bijschriften.
  • Bepaal de tekstsoort
  • Bepaal het onderwerp (1 of enkele woorden).
  • Voorspel waar de tekst over gaat (In een of enkele zinnen = >  hoofdgedachte)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globaal lezen
  • Bedenk wat je al weet van het onderwerp.
  • Lees de inleiding en de eerste en laatste zin van elke alinea.
  • Bepaal het tekstdoel.
  • Bedenk waar de tekst in grote lijnen over gaat. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intensief lezen
  • Lees de tekst NAUWKEURIG.
  • Let daarbij op:
- de aanwijzingen in de inleiding;
- de verbanden tussen de verschillende tekstdelen;
- de betekenis van woorden die je niet begrijpt. 
Na het intensief lezen vat je de tekst in je hoofd samen en beantwoord je de vragen bij de tekst. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kijk jij naar bij
'verkennend lezen'?
A
De kleur en het lettertype
B
Waar de hele tekst over gaat.
C
Inleiding, kern, slot
D
uiterlijk, tekstsoort, tekstonderdelen, onderwerp

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lees je een tekst globaal?
A
Kijken naar de titel en tussenkopjes.
B
De titel en de lead lezen.
C
De tekst kort doorlezen, (in grote lijnen)
D
Achteraf een woordweb maken.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij
'intensief lezen'?

Slide 9 - Woordweb

Intensief lezen:
- Na globaal lezen
- Je leest nauwkeurig
- Je wilt achterhalen waar de tekst precies over gaat
- Studieboek, informatie opzoeken, leren voor een toets of examen


Intensief lezen
- Dit doe je na globaal lezen
- Je leest nauwkeurig
- Je wilt achterhalen waar de tekst precies over gaat
- Studieboek, informatie opzoeken, leren voor een toets of examen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerkeuzevragen
Lees de vraag en bedenkt of je deze begrijpt. Niet begrepen?Lees dan eerst de antwoorden door. 
Bedenkt eerst zelf of je het antwoord al weet. Schrijf dit in eigen woorden op.
Zoek informatie in de tekst die je nodig hebt om de vraag te beantwoorden.
Schrijf dit antwoord in eigen woorden op.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerkeuzevragen vervolg
Lees nu de antwoordopties en kies het antwoord die het beste aansluit bij jouw eigen antwoord. 
- Staat jouw antwoord er niet tussen? Ga na of je de vraag goed gelezen hebt en of je de juiste informatie hebt gebruikt om de vragen te beantwoorden. 
- ZIjn er meerdere antworodopties die op jouw antwoord lijken? Lees dan de opties nog eens door. Kies de beste.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldzinnen:
  • Het meisje at een ijsje omdat het warm was. (reden)
  • Jip heeft veel vrienden. Jurre en Tim. Ook is hij bevriend met Sanne en Mehmed.  Ten slotte heeft hij nog een allerbeste vriend, Pim. (opsomming)
  • Feis vindt koekjes lekker, maar ik vind die niet lekker. (tegenstelling + voegwoord) 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan opdrachten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

reflecteren en evalueren

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
1. Signaalwoorden, voeg de juiste signaalwoorden toe.
2. Bedenk passende tussenkopjes bij de tekst.
3. Zet de alinea's in de juiste volgorde.
4. Vragen bedenken bij een tekst.
5. Tekst voor een stripverhaal bedenken, gebruik signaalwoorden.
6. Schrijf een verhaal of sprookje, gebruik signaalwoorden. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Het onderscheid tussen verkennend-, globaal, en intensief lezen benoemen.
  • Weten wanneer je verkennend-, globaal of intensief leest.
  • Je kunt signaalwoorden herkennen.

(Deze les richt zich op het Centraal Examen: lezen & luisteren)




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verliep de samenwerking? Licht dit kort toe.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe beoordeel jij je inzet en werkhouding tijdens deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Een tip en/ of top
voor je docent? Graag!

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk (zie Teams)
22 april 2022: 
Thema 2 Hoofstuk 1 - Lezen
  • Doorlezen: theorie 4 (blz. 140) , theorie 5 (blz. 142), theorie 6 (blz. 144)

Als je vragen hebt, schrijf je ze op! We bespreken deze tijdens de les!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies