4.6 Trouw aan de heer

De Middeleeuwen
Paragraaf 4.6: Trouw aan de heer
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
Paragraaf 4.6: Trouw aan de heer

Slide 1 - Tekstslide


Het Frankische Rijk
751-870



  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 4 - Tekstslide

Bestuur
  • Leenstelsel
  • Geen geld voor soldaten, dus:
  • In plaats van geld, land lenen aan legeraanvoerders
  • Zij krijgen: land + opbrengst land
  • Koning krijgt: trouw (eed) + soldaten
  • Leenmannen werden de adel
  • Bv. ridders, graven, hertog

Slide 5 - Tekstslide

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet werken op de akkers van de heer.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 6 - Quizvraag

Hofstelsel of leenstelsel?
Leenmannen besturen een gebied in naam van de leenheer
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 8 - Quizvraag

Wat was het hofstelsel?

Slide 9 - Open vraag

Wat weet jij eigenlijk
van de middeleeuwen?

Slide 10 - Woordweb

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 11 - Sleepvraag

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 12 - Open vraag