Cellen_oefentoetsje_4H

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Groepen cellen met een gelijke bouw en functie noemen we een..
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Weefsel
D
Organisme

Slide 2 - Quizvraag

13. Hoe heet deel 2?
A
celmembraan
B
vacuolevocht
C
celwand
D
cytoplasma

Slide 3 - Quizvraag


Een dierlijke cel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 4 - Quizvraag

Wat is alleen bij een plantaardige cel aanwezig ?
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Celkern
D
Cytoplasma

Slide 5 - Quizvraag

Zet op volgorde van groot (5) naar klein (7):
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme
Celkern
DNA

Slide 6 - Sleepvraag

Schrijf op welke typen plastiden er zijn.

Slide 7 - Open vraag

Welke celorganellen zijn betrokken bij het opslaan en beschikbaar maken van energie?

Slide 8 - Open vraag

Hoe heet de bouwinstructie die nodig is om eiwitten te produceren en in welk celorganel bevindt het zich?
A
thylakoiden in de chloroplasten
B
dubbele membranen in de mitochondriën
C
DNA in de celkern
D
onzin, eiwitten ontstaan gewoon

Slide 9 - Quizvraag

De laatste stap bij het maken van eiwitten is het afwerken en verpakken. Welk celorganel doet dit? Geef de naam

Slide 10 - Open vraag

Verplaatsing van water over een membraan van een lage zoutconcentratie naar een hoge zoutconcentratie
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport
D
Kan niet

Slide 11 - Quizvraag

Een planten en dierencel worden in een hypotonische oplossing gelegd. Wat gebeurt er met deze cellen?
A
beide cellen gaan dood
B
alleen de dierlijke cel gaat dood
C
alleen de plantaardige cel gaat dood
D
beide cellen blijven leven

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noemen we de druk die ontstaat op de plantencel door het opnemen van water?

Slide 13 - Open vraag

In vier petrischalen met kiemende zaden zorgt ze voor verschil in temperatuur.
Daarnaast gebruikt ze twee verschillende verlichtingssterkten. Ze wil onderzoeken of de verlichtingssterkte invloed heeft op de kieming. Is dit onderzoek een valide onderzoek?

A
Ja, want ze heeft twee verschillende verlichtingssterkten gebruikt
B
Nee, want er zijn slechts twee verlichtingssterkten. dat is te weinig
C
Nee, want naast de verlichting is ook de temperatuur gevarieerd
D
Nee, want er worden meerdere variabelen tegelijk gemeten

Slide 14 - Quizvraag