chap 5 - F

le vendredi 12 mars 2021.                 Bonjour & bienvenue!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

le vendredi 12 mars 2021.                 Bonjour & bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

Focus leren
5 minuten leren: het werkwoord aller (page 156)
oefen ook met het schrijven van dit werkwoord.
timer
0:05

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
Aan het eind van de les 
  • ken je het werkwoord aller
  • kun je vertellen of je gezond eet + wat je niet lust
  • kun je de g en q goed uitspreken
  • kun je een gesprekje voeren over gezondheid

Slide 3 - Tekstslide

interro chap 5 - partie 1
SO over chap 5 - partie 1 (voca AB + sources CD) + werkwoord aller (gaan - zie blz. 156)
Je maakt het SO op school.

vrijdag 19 maart
of
maandag 22 maart

Slide 4 - Tekstslide

oefenzinnen (huiswerk)
1) Bent u gezond?
2) Ik sport veel.
3) Hij voetbalt niet.
4) Zij is niet meer ziek.
5) Wij eten veel groente.
6) Ik lust geen vis.

Slide 5 - Tekstslide

oefenzinnen - antwoorden 1-3
1) Bent u gezond?
Vous êtes en bonne santé?  
2) Ik sport veel.
Je fais beaucoup de sport.
3) Hij voetbalt niet.
Il ne fait pas de foot.


Slide 6 - Tekstslide

oefenzinnen - antwoorden 4-6
4) Zij is niet meer ziek.
Elle n'est plus malade
5) Wij eten veel groente.
On mange / nous mangeons beaucoup de légumes.
6) Ik lust geen vis.
Je déteste le poisson. / Je n'aime pas le poisson.

Slide 7 - Tekstslide

au collège / à la maison
In de klas: exercices 27-29 (parler)
Thuis: 
-oefenen met wordwallspelletjes (zie linkjes in teams + magister studiewijzer)
- werkwoord aller oefenen (www.verbuga.eu)
- voca AB + sources CD leren (voor toets)
- extra opdracht (zie huiswerk magister maandag) in schrift.

Slide 8 - Tekstslide

les devoirs pour le lundi 15 mars
- apprendre      voca AB + sources CD + aller
- faire                   oefenzinnen (zie huiswerk magister a.s. maandag)

Slide 9 - Tekstslide

oefenzinnen

1) Bent u gezond?
2) Ik sport veel.
3) Hij voetbalt niet.
4) Zij is niet meer ziek.
5) Wij eten veel groente.
6) Ik lust geen vis.





Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide