chap 5 - H + herhaling ontkenning + futur proche

Le lundi 4 avril 2022
Bonjour &  bienvenue

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Le lundi 4 avril 2022
Bonjour &  bienvenue

Slide 1 - Tekstslide

praktische info
proefwerk chapitre 5 

maandag 19 april.
Wat moet je leren:
voca ABEF
bron CDGH
herhalingsstof: het werkwoord aller en de futur proche (blz. 156)




Slide 2 - Tekstslide

programme d'aujourd'hui
gezamenlijk programma:
- oefenvragen voor proefwerk 
thuis:          - goformative maken (chap 5 - zinnen bij voca EF)
                      - tâche blz. 44 

Slide 3 - Tekstslide

geef antwoord.
1   Tu es au collège? 
Non, je (niet meer) __________________________ au collège.

2  Vous avez mal au ventre? 
Non, nous (nooit) _________________________ mal au ventre.

            




Slide 4 - Tekstslide

corrigé
1 Tu es au collège?
Non, je (niet meer) ne suis plus au collège.
2 Vous avez mal au ventre?

Non, nous (nooit) n’avons jamais mal au ventre.


Slide 5 - Tekstslide

Complète les questions avec le bon mot. 
Gebruik vraagwoorden.
3     Il va au collège ____________________?
       En vélo.

4    ____________________ tu n'as pas fait tes devoirs?
     Parce que je ne suis pas en forme.


Slide 6 - Tekstslide

corrigé
3       Il va au collège comment?
          En vélo.

4        Pourquoi tu n'as pas fait tes devoirs?
           Parce que je ne suis pas en forme.


Slide 7 - Tekstslide

Welke twee vragen zijn correct?
A
Floris va à Paris?
B
Est-ce que Floris va à Paris?
C
Va-Floris à Paris?

Slide 8 - Quizvraag

Verbeter de fout: Je ne fais pas du sport.

Slide 9 - Open vraag

corrigé
Je ne fais pas de sport. (du --> de (na ontkenning))

Slide 10 - Tekstslide

Traduis: Jij hebt gelijk.

Slide 11 - Open vraag

Corrigé
gelijk hebben  = avoir raison

Jij hebt gelijk. = Tu as raison.

Slide 12 - Tekstslide

Traduis: Ik eet steeds meer fruit.

Slide 13 - Open vraag

Corrigé
Ik eet steeds meer fruit.

Je mange de plus en plus de fruits.

Slide 14 - Tekstslide

futur proche (toekomende tijd)
Als je wilt zeggen dat iets nog gaat gebeuren.

Aller + hele werkwoord (net als in het Nederlands).

Je vais faire du foot ce weekend.
Nous allons cuisiner ensemble, mon ami et moi.

Slide 15 - Tekstslide

Zet in de futur proche: Il fait du foot.

Slide 16 - Open vraag

corrigé
Zet in de futur proche: Il fait du foot. (hij voetbalt)

futur proche= 'aller' + hele werkwoord.
fait --> hele werkwoord = faire

Dus: Il va faire du foot. (Hij gaat voetballen)

Slide 17 - Tekstslide

Au boulot!
Thuis aan de slag met de goformative + tâche (zie huiswerk bij maandag in magister). Je mag de vergadering verlaten.

In de klas: Verdeel de klas in twee groepen.
We gaan party & taal spelen.

Slide 18 - Tekstslide

les devoirs pour le vendredi 9 avril
- apprendre      voca EF + source GH 
                               + aller/futur proche
- faire                 - goformative (chap 5 - zinnen bij
                               voca EF) + tâche p. 44 inleveren.
                               chap 8 - exercices 1 + 2

Slide 19 - Tekstslide