Democratie in Nederland-1848

Par 4 Nederland in 1848
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Par 4 Nederland in 1848

Slide 1 - Tekstslide

Vanaf 1813
Nederland is een constitutionele monarchie - een koninkrijk met grondwet

In de grondwet staat dat Koning Willem I het kabinet (alle ministers) zelf mag benoemen en ontslaan. Hij is staatshoofd en heeft alle macht. 

Slide 2 - Tekstslide

Koning-koopman
  • Willem I wil van Nederland een modern land maken.


  • Om dit te kunnen betalen richtte hij bijvoorbeeld de Nederlandsche Handelsmaatschappij (NHM) op.


  • Via deze maatschappij werd geïnvesteerd in kanalen, wegen, spoorlijnen, enz.


  • Willem I wordt soms, spottend, ook wel koning-koopman genoemd, omdat vooral hijzelf erg rijk werd door de NHM.

Slide 3 - Tekstslide

Rond 1848...
Liberalen krijgen meer aanhangers: zij willen meer vrijheid en inspraak voor burgers. 

Zij hebben kritiek op het gezag van de koning, en eisen een grondwetswijziging. Overal in Europa breken opstanden uit tegen de koningen. 

Slide 4 - Tekstslide

Thorbecke
Thorbecke is de macht van de koning zat en wordt de belangrijkste politicus in Nederland. Hij bedenkt de nieuwe grondwet.

Slide 5 - Tekstslide

Willem II ziet de bui hangen...
... en tekent voor een grondwetswijziging

Slide 6 - Tekstslide

De koning verliest zijn macht, maar blijft staatshoofd.
De macht komt in handen van het parlement. 

Slide 7 - Tekstslide

Na 1848...
Het parlement wordt slechts gekozen door de rijkste mannen. 

Vanaf 1917 mogen alle mannen stemmen, en vanaf 1919 alle vrouwen. 

Vanaf dat moment is Nederland een parlementaire democratie - een democratie met algemeen kiesrecht. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

1. In welk jaar werd Willem II koning? 
2. In 1844 luisterde men vol verwachting naar de troonrede van de nieuwe koning. Is koning
Willem II op dat moment van plan om zijn macht uit handen te geven? 
3. Welke Kamerleden zijn vooral teleurgesteld na deze troonrede? 
4. Eén Kamerlid doet direct een poging om een wet te maken waarin geregeld wordt dat de
koning minder macht krijgt. Welk Kamerlid is dit? 
5. Krijgt dit wetsvoorstel een meerderheid? 
6. Hoe kan het dat koning Willem II in 1848 toch een commissie onder leiding van Thorbecke
een nieuwe grondwet laat schrijven? 
7. In welk land wordt de koning uit zijn paleis gezet? 
8. Hoeveel tijd heeft Thorbecke nodig om een nieuwe grondwet te schrijven? 
9. Wie krijgen er stemrecht door deze nieuwe grondwet? 
10. In welk jaar sterft Koning Willem II? 

Slide 10 - Tekstslide

1. In welk jaar werd Willem II koning? 1840
2. In 1844 luisterde men vol verwachting naar de troonrede van de nieuwe koning. Is koning
Willem II op dat moment van plan om zijn macht uit handen te geven? Nee
3. Welke Kamerleden zijn vooral teleurgesteld na deze troonrede? De liberale Kamerleden
4. Eén Kamerlid doet direct een poging om een wet te maken waarin geregeld wordt dat de
koning minder macht krijgt. Welk Kamerlid is dit? Johan Rudolph Thorbecke
5. Krijgt dit wetsvoorstel een meerderheid? Nee
6. Hoe kan het dat koning Willem II in 1848 toch een commissie onder leiding van Thorbecke
een nieuwe grondwet laat schrijven? De burgers komen in opstand en elders in Europa
hebben koningshuizen het moeilijk.
7. In welk land wordt de koning uit zijn paleis gezet? Frankrijk
8. Hoeveel tijd heeft Thorbecke nodig om een nieuwe grondwet te schrijven? Een week (hij had
het plan eigenlijk al klaar liggen)
9. Wie krijgen er stemrecht door deze nieuwe grondwet? Welgestelde mannen van boven de 25
jaar.
10. In welk jaar sterft Koning Willem II? 1849ekst

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide