MK 3.3 Horen

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Leerdoelen 3.2 Zien:
  • Je kunt de namen van de onder-                                   delen van je oog benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe je ogen werken.
  • Je kunt uitleggen waardoor er steeds                         genoeg licht in je oog komt.
  • Je kunt uitleggen waardoor je scherp                                   kunt zien en hoe je diepte kunt zien.
  • Je kunt uitleggen waarom iemand                                 een bril nodig heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuig
Prikkel
Oog
gehoorzintuig
geluid
Oor
lichtzintuig
licht
Neus
reukzintuig
geurstoffen
Tong
smaakzintuig
smaakstoffen
Huid
warmtezintuig
lagere temperaturen
Huid
koudezintuig
hogere temperaturen
Huid
tastzintuig
hoe voelt een voorwerp aan
Huid
pijnzintuig
pijn
geluid
licht
smaakstoffen
pijn
gehoorzintuig
lichtzintuig
reukzintuig
warmtezintuig
koudezintuig
tastzintuig
pijnzintuig

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je loopt langs Markt 19 en je ziet iemand lopen met een ijsje.
Wat is de juiste volgorde?
De zenuwen vervoeren het bericht naar de hersenen.
Het bericht komt aan in de hersenen.
Het lichtzintuig vangt een prikkel op.
Het lichtzintuig zet een prikkel om in een bericht voor de hersenen.
Hier ontstaat bewustwording van het beeld. Je ziet nu het ijsje.

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

harde oogvlies / oogwit
pupil
traanbuis
traanklier
wenkbrauw
wimpers
iris
ooglid
oogspier

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

je oogbollen zitten met spieren vast aan de oogkassen, dankzij de oogspieren kunnen je ogen alle kanten op draaien/bewegen.
een klier boven je oog, maakt traanvocht dat je ogen tegen uitdrogen beschermt en het stof wegspoelt.
haren boven je ogen, die je ogen tegen stof en zweet beschermen.
ligt om de iris heen, is het deel van het harde oogvlies wat je kunt zien.
verspreiden traanvocht over je ogen en beschermen je ogen tegen stof en zweet.
opening in de iris, wordt bij weinig licht groter en bij veel licht kleiner.
haren aan de oogleden, die je ogen tegen stof en zweet beschermen.
hierdoor stroomt traanvocht met vuil vanuit je ogen naar je neus.
gekleurde deel van het vaatvlies.
Oogspieren
Traanklieren
Wenkbrauwen
Harde oogvlies
Oogleden
Pupil
Wimpers
Traanbuis
Iris

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze laag beschermt alles wat binnen in het oog ligt &
loopt aan de voorkant over in het hoornvlies.
Hierin liggen de bloedvaten & loopt aan de voorkant over in de iris.
Dit is het lichtzintuig met lichtgevoelige zintuigcellen.
Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bolle lens:



je ziet voorwerpen van dichtbij scherp.
Platte lens:


je ziet voorwerpen van veraf scherp.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.1 - Botten
3.3 Horen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Leerdoelen 3.3 Horen 19 t/m 25 december:
  • Je kunt de namen van de onderdelen van je gehoorzintuig benoemen en uitleggen wat hun functie is;
  • Je kunt uitleggen hoe je oren werken;
  • Je kunt uitleggen hoe de druk in de trommelholte         in je oor geregeld wordt.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van prikkel naar bewustwording
Zenuwen
Prikkel
Zintuig
Waarneming

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorschelp:
Vangt trillingen op en stuurt die door naar de gehoorgang.
Gehoorgang:
Vervoert de trillingen vanuit de oorschelp naar het trommelvlies.
Oorsmeerkliertjes:
Zitten naast de gehoorgang en maken het oorsmeer aan om het binnenste van het oor tegen uitdroging en vuil te beschermen.
Trommelvlies:
Gaat trillen door de trillingen in de gehoorgang en geeft zo de trillingen door aan de gehoorbeentjes.
Gehoorbeentjes:
Hamer - aambeeld - stijgbeugel.
Liggen achter het trommelvlies in de trommelholte en geven de trillingen door aan het slakkenhuis.
Evenwichtsorgaan:
Door deze drie halve cirkels kan je je evenwicht bewaren.
Slakkenhuis:
Hierin liggen de zintuigcellen die de trillingen omzetten in een bericht (impuls), deze berichten gaan via de gehoorzenuw naar je hersenen.
Gehoorzenuw:
De berichten die de zintuigcellen in je slakkenhuis maakt gaan via je gehoorzenuw naar je hersenen, pas als het bericht in je hersenen verwerkt is weet je welk geluid je hoort.
Trommelholte:
Ruimte achter het trommelvlies, hierin liggen de gehoorbeentjes.
Staat via de buis van Eustachius in verbinding met je neus.
Buis van Euchachius:
Deze buis verbind de trommelholte met je neusholte, hierdoor kan je de druk op je trommelvlies veranderen (bv. als je opstijgt in een vliegtuig).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gehoorbeentjes
gehoorgang
gehoorzenuw
oorschelp
oorsmeerkliertjes
slakkenhuis
trommelholte
trommelvlies

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoogste tonen =
bovenste gehoorgrens 

mensen

onderste gehoorgrens
= laagste tonen
Hele lage tonen
Hele hoge tonen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hertz (Hz) =
aantal trillingen per seconde
Geluidssterkte = decibel (dB)
Hoe hoger de dB,
hoe harder het geluid.

Slide 15 - Tekstslide

Foto zijn drie rijen buitenste haarcellen, gemaakt met een electronenmicroscoop.
Geluidssterkte = decibel (dB)
Hoe hoger de dB,
hoe harder het geluid.
Hertz (Hz) =
aantal trillingen per seconde

Slide 16 - Tekstslide

Foto zijn drie rijen buitenste haarcellen, gemaakt met een electronenmicroscoop.

Slide 17 - Video

Schooltv 7.13 minuten
Gehoorbeschadiging voorkomen
Gebruik oordoppen als je geen gehoorapparaatje wilt!

Weektaak 19 t/m 25 december:

Leren: 3.1 + 3.2 + 3.3 = blz. 111 t/m 135
Maken: opdrachten 3.3 = blz. 128 t/m 135
               Verplicht: 3 t/m 15
                            
Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les paragraaf 3.4 goed door.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 - Botten
3.4 Ruiken en proeven

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Leerdoelen 3.4 Ruiken en proeven:
  • Je kunt uitleggen hoe je reukzintuig werkt.
  • Je kunt uitleggen hoe je smaakzintuig werkt.
  • Je kunt uitleggen hoe je reuk- en smaakzintuigen samenwerken.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak 9 t/m 15 januari:

Leren: 3.1 + 3.2 + 3.3 + 3.4 = blz. 111 t/m 141
Maken: opdrachten 3.4 = blz. 136 t/m 141
               Verplicht: 

Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les paragraaf 3.5 goed door.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 - Botten
Samenhang
Samenvatten
Test jezelf

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak 16 t/m 22 januari:

Leren: hoofdstuk 3 = blz. 111 t/m 156
Maken: samenhang, samenvatten en test jezelf

Zorg dat test jezelf voor de toets gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les hoofdstuk 3 nog een keer goed door.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 - Botten
Proefwerk in de week van 30 januari 2023

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies