Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Economie 2.4
Hoofdstuk 2: Jij en je geld
Dit heb ik klaar liggen:
pen,
papier
rekenmachine
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Voortgezet speciaal onderwijs
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2: Jij en je geld
Dit heb ik klaar liggen:
pen,
papier
rekenmachine
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Huiswerk bespreken
Hoofdstuk 2 paragraaf 4
Huiswerk maken
Slide 2 - Tekstslide
Leren
: Rente berekenen & begrippen 2.3
maken
:
Hoofdstuk 2 paragraaf 3
Evalueren opdrachten paragraaf rekenen!
Inleveren foto's van je berekeningen in teams!
(Filmpjes met uitleg over procenten staan in teams.)
Huiswerk 9 februari 2021
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 34c
Bij een bank heb je een lening gesloten.
De maandtermijn is € 85.
Vraag: Wat verandert er aan het geleende bedrag als je aflost?
Antwoord: Door een aflossing wordt het geleende bedrag lager.
Slide 4 - Tekstslide
opdracht 39c
Procent
100%
Bedrag in €
Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening.
c) Bereken hoeveel procent de rente is
van
het geleende bedrag.
Tip: Waar komt je vraagteken? Wat weet je?
Slide 5 - Tekstslide
opdracht 39c
Procent
100%
?
Bedrag in €
15
Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening.
c) Bereken hoeveel procent de rente is
van
het geleende bedrag.
Tip: Waar komt je vraagteken? Wat weet je? Waar komt de 1?
200
Slide 6 - Tekstslide
opdracht 39c
Procent
100%
?
Bedrag in €
200
1
15
Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening.
c) Bereken hoeveel procent de rente is
van
het geleende bedrag.
Tip: Waar komt je vraagteken? Wat weet je? Waar komt de 1?
Slide 7 - Tekstslide
opdracht 39c
Procent
100%
7,5
Bedrag in €
200
1
15
Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening.
c) Bereken hoeveel procent de rente is
van
het geleende bedrag.
Antwoord op bv toets:
100:200x15 = 7,5 %
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 40
Procent
100%
Bedrag in €
Je leent € 750. In totaal betaal je € 795 terug aan de bank.
Bereken het percentage van de rente die je over deze lening betaalt.
Tip: over welk bedrag betaal je de rente? Waar is het
van?
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 40
Procent
100%
?
Bedrag in €
750
1
45
Je leent € 750. In totaal betaal je € 795 terug aan de bank.
Bereken het percentage van de rente die je over deze lening betaalt.
Tip: over welk bedrag betaal je de rente? Waar is het
van?
Antwoord: 100:750x45= 6 % rente
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 41d
Meikes vader leent € 10.000 en betaalt de lening terug in 84 maanden.
Bereken het bedrag dat hij extra heeft betaald voor deze lening.
Slide 11 - Tekstslide
Doel
Je weet waarom je een verzekering afsluit.
Je weet hoe een verzekering werkt en bij wie je die afsluit.
Je kunt met behulp van informatie de premie vaststellen.
Je weet wat het gevolg is als je een eigen risico hebt.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Verzekeren
Je verzekert je tegen het risico van schade.
Als je verzekert bent en je hebt schade, dan wordt dit vergoed door de verzekering.
verplichte verzekeringen:
bijv. zorgverzekering, WA-verzekering
vrijwillige verzekeringen:
bijv. reisverzekering, fietsverzekering
Slide 14 - Tekstslide
Premie
Een bedrag dat je als
verzekerde
(degene die de verzekering afsluit) betaalt aan de
verzekeraar
(de verzekeringsmaatschappij).
Slide 15 - Tekstslide
Premie
Premie = € 100 per maand
Je krijgt 3% korting als je in 1 keer betaalt.
Vraag: Hoeveel betaal je zonder korting?
Maak nu een tabel.
Slide 16 - Tekstslide
Premie
Procent %
100%
1
3
Bedrag in €
1.200
?
Antwoord: 1200:100x3 = € 36 korting
Je betaalt dus: 1200-36 = € 1.164,-
Slide 17 - Tekstslide
Polis
een bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten
bevat een uitleg (polisvoorwaarden), waarin de rechten en plichten van de verzekerde en verzekeraar staan omschreven
Slide 18 - Tekstslide
Claim
Eigen Risico
Het deel van je
schade dat je
zelf moet
betalen.
Schadevergoeding
Het deel dat de verzekeraar betaalt
Slide 19 - Tekstslide
Eigen risico
Je hebt voor € 2.500 schade aan je auto
Je eigen risico is € 500
Je betaald eerst het eigen risico van € 500 voor de reparatie
Het overige bedrag wordt betaald door de verzekeraar (in dit geval € 2.000).
Slide 20 - Tekstslide
Eigen risico
Mevrouw Snip heeft een reisverzekering. Tijdens haar vakantiereis raakt ze haar koffers kwijt.
Ze heeft een schade van € 430.
Haar eigen risico is € 100.
Welk bedrag betaalt de verzekeringsmaatschappij?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Begrippen
Risico
De kans dat je schade krijgt.
Verzekering
Pech? Ben je verzekerd, dan krijg je het geld vergoed.
Verplicht / Vrijwillig verzekeren?
WA - Wettelijk Aanspraaklijheid = verplicht!
CASCO - eigen schade = mag je zelf weten.
Premie
Het bedrag dat je voor de verzekering moet betalen.
Slide 23 - Tekstslide
Betalen premie
We betalen allemaal een klein bedrag om de enkeling die schade heeft te helpen.
Slide 24 - Tekstslide
Begrippen
Polis
een bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten
Polisvoorwaarden
De rechten en plichten van de verzekerde en verzekeraar.
Verzekerde / Verzekeraar?
Verzekerde = JIJ!
Verzekeraar = verzekeringsmaatschappij
Slide 25 - Tekstslide
Het bedrag dat de verzekerde elke maand aan de verzekeraar betaalt
A
Schade
B
Premie
C
Schadevergoeding
D
Eigen Risico
Slide 26 - Quizvraag
Het bedrag dat de verzekeraar aan de verzekerde betaalt bij schade
A
Premie
B
Claim
C
Schadevergoeding
D
Geldsom
Slide 27 - Quizvraag
Ik wil mijn telefoon verzekeren en betaal ........ aan de .......
A
premie, verzekerde
B
premie, verzekeringsmaatschappij
C
schadevergoeding, verzekerde
D
schadevergoeding, verzekeraar
Slide 28 - Quizvraag
Een deel van de schade betaalt de verzekeraar niet, dat moet je zelf betalen. Hoe heet dit?
A
Eigen risico
B
Claim
C
Schadevergoeding
D
Premie
Slide 29 - Quizvraag
Leren
: Rente berekenen & begrippen 2.4
Maken
:
Hoofdstuk 2 paragraaf 4
Evalueren gemaakte opdrachten.
Inleveren foto's van je berekeningen in teams!
Huiswerk 16 februari 2021
Slide 30 - Tekstslide
Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?
Slide 31 - Tekstslide
Opdracht 51a
Gemiddeld worden er in een jaar 3 op de 100 fietsen gestolen. De gemiddelde waarde van een verzekerde fiets is € 650.
Vraag) Hoeveel geld moet de verzekeraar in een jaar vergoeden als er honderd fietsen verzekerd zijn?
Tip: Hoeveel fietsen worden er gestolen?
Antwoord:
3 x € 650 = € 1.950,-
Slide 32 - Tekstslide
Opdracht 51b
Gemiddeld worden er in een jaar 3 op de 100 fietsen gestolen. De gemiddelde waarde van een verzekerde fiets is € 650.
Vraag: Hoeveel premie moet elke verzekerde daarvoor betalen?
Tip: Hoeveel verzekerden moeten het totale schadebedrag betalen?
Antwoord:
€ 1.950 : 100 = € 19,50 per persoon
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Verzekeren
Januari 2019
- Les met
39 slides
door
economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
economie voor vmbo
3GT Max editie > H4 paragraaf 5 risico en verzekeren
December 2023
- Les met
33 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2.4 Verzekeren, hoezo?
Juli 2023
- Les met
29 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Economie H2 (b)K2
Maart 2023
- Les met
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Hoofdstuk 2.4: Voor alle zekerheid
Oktober 2024
- Les met
38 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
VMBO 2.4 verzekeren hoezo?
Oktober 2023
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Economie 2.4
Januari 2023
- Les met
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1,2
Economie 2.4
Oktober 2024
- Les met
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1,2