taalverzorging 2K H1, spelling
Wat is het onderwerp van de zin?
Mijn zussen gingen gisteren bowlen in de stad.
Mijn zussen gingen gisteren bowlen in de stad.
A
Gingen
B
Mijn zussen
C
Gingen bowlen
D
In de stad
1 / 17
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Wat is het onderwerp van de zin?
Mijn zussen gingen gisteren bowlen in de stad.
Mijn zussen gingen gisteren bowlen in de stad.
A
Gingen
B
Mijn zussen
C
Gingen bowlen
D
In de stad
Slide 1 - Quizvraag
Wat is het onderwerp van de zin?
Hoezo moet jij altijd zo boos reageren?
Hoezo moet jij altijd zo boos reageren?
A
Jij
B
Hoezo
C
Moet
D
Moet reageren
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm van de zin?
Jij bent echt super mooi.
Jij bent echt super mooi.
A
Jij
B
Super mooi
C
Bent
D
Super
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het gezegde van de zin?
Meestal ben ik aan het werken op de zondag.
Meestal ben ik aan het werken op de zondag.
A
Ik
B
Ben werken
C
Werken
D
Ben
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm van de zin?
Wat doen jullie ontzettend moeilijk.
Wat doen jullie ontzettend moeilijk.
A
Doen
B
Jullie
C
Wat
D
Moeilijk
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het voegwoord in de onderstaande zin?
Gisteren was Roos ziek maar vandaag is ze weer aanwezig
Gisteren was Roos ziek maar vandaag is ze weer aanwezig
Slide 6 - Open vraag
Noem beide persoonsvormen.
Omdat het gisteren te druk was in de winkel, moesten wij een mondkapje op.
Omdat het gisteren te druk was in de winkel, moesten wij een mondkapje op.
