Column les 6: Aantrekkelijk schrijven: Kort en bondig schrijven

Nederlands
Schrijven: Column
 
Aantrekkelijk schrijven
Kort & bondig



H3 P2 2024-2025
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Schrijven: Column
 
Aantrekkelijk schrijven
Kort & bondig



H3 P2 2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Vorige lessen heb je geleerd ...
... wat een column is.
... hoe je aantrekkelijk kunt schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les ...

... weet je hoe je 
kort en bondig 
kunt schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Kort en bondig schrijven
Jeroen Brouwers
'Wie vaker dan drie keer ‘maar’ op 
een pagina gebruikt, mag zich geen 
schrijver noemen'.
'Ik denk dat het voor iedere schrijver 
goed is om na te denken over zijn eigen 
woordverslavingen. 
'Beknopt schrijven is enorm lastig.'

Slide 4 - Tekstslide

Onnodige woorden
'Een zin zou geen onnodige woorden moeten bevatten en een paragraaf geen onnodige zinnen, net als een tekening geen onnodige lijnen bevat en een machine geen onnodige onderdelen’.

William Strunk, E.B. White 
Auteurs van The Elements of Style, een stijlgids voor schrijvers


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Kort en bondig schrijven! Hoe?
  • Loos hulpwerkwoorden
  • Schrap: vaak, soms, meestal
  • Schrap: toen, terwijl
  • Wees zuinig met 'plakbandwoorden'
  • Vermijd zinnen die beginnen met 'om'
  • Schrap bijzinnen, indien mogelijk
  • Schrap 'om' als het geen functie heeft



Slide 7 - Tekstslide

Loos hulpwerkwoorden
Hulpwerkwoorden maken zinnen omslachtig. Loos deze woorden!

Helaas hebben wij onze secretaresse Anja moeten ontslaan. Wij zullen haar gaan missen. We betreuren het dat de samenwerking niet langer heeft mogen duren.  
Dat kan korter, bondiger, aantrekkelijker:
Helaas hebben wij onze secretaresse Anja ontslagen. Wij gaan haar missen. We betreuren het dat de samenwerking niet langer heeft geduurd.  

Slide 8 - Tekstslide

Schrap: vaak, soms, meestal
Met dit soort woorden dek je jezelf in (je schrijft niet dat iets zo is, maar schrijft dat iets vaak/soms zo is, zodat niemand je bewering kan bestrijden) en daardoor wordt een tekst minder sterk. 

De Vikingen speelden ’s avonds vaak een primitief schaakspel. Schrap 'vaak':
De Vikingen speelden ’s avonds een primitief schaakspel. 
Je lezer kan zelf wel bedenken dat de Vikingen ook wel eens een avond vroeg naar bed gingen.

Slide 9 - Tekstslide

Schrap: toen en terwijl
Deze woorden zijn vaak overbodig. Laat ze zo veel mogelijk achterwege, dan lopen je zinnen vaak beter.

Terwijl we achterin in de auto stappen, steekt de politieagent achter het stuur een sigaret op.
Korter, bondiger, aantrekkelijker:
We stappen in de auto. De agent achter het stuur steekt een sigaret op.

Slide 10 - Tekstslide

Wees zuinig met plakbandwoorden
Teksten lijken weleens met stukjes ‘plakband’ aan elkaar geplakt. Signaal- en verwijswoorden zorgen er dan voor dat ze onnodig lang worden. 

Zo kun je meer informatie kwijt in een zin, maar worden je zinnen ook langer, onsamenhangend, minder begrijpelijk én dus: minder aantrekkelijk!  

Deze zinnen niet fout, maar door lange zinnen op te knippen in kortere exemplaren worden teksten beter leesbaar.

Slide 11 - Tekstslide

Zet een punt in plaats van een plakbandwoord
Kijk waar je ‘en’ ‘die’, ‘dat’ of ‘om’ kunt vervangen door een punt. De tekst wordt dan veel begrijpelijker.
Ik ben nog wel zo fit dat ik het aankan om na de wedstrijd, die jullie hopelijk gaan winnen, een biertje met jullie te drinken.

Dat kan duidelijker. 
Hopelijk winnen jullie de wedstrijd. Na afloop kom ik even een biertje met jullie drinken. Daar ben ik fit genoeg voor. 

Slide 12 - Tekstslide

Vervang ‘die’ of ‘dat’ door één woord
Soms is een beschrijvende bijzin met ‘die’ of ‘dat’ simpel te vervangen door één woord. 

Alle mensen die voorbij kwamen, zwaaiden naar de als kabouters verklede kinderen in het bushokje.
Je kunt dan net zo goed schrijven:
Alle voorbijgangers zwaaiden naar de als kabouters verklede kinderen in het bushokje.  

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
Mensen die in een huis wonen dat versterkt moet worden, mogen op meer urgentie rekenen en de regering investeert met het Nationaal Programma Groningen in de toekomst van het hele gebied.

Dat kan duidelijker. 
Bewoners van huizen die versterkt moet worden, mogen op meer urgentie rekenen. De regering investeert met het Nationaal Programma Groningen in de toekomst van het hele gebied.

Slide 14 - Tekstslide

Vermijd zinnen die beginnen met ‘om’
Als je een zin begint met ‘om’, schuif je het onderwerp van je zinautomatisch naar achteren. Je tekst wordt daardoor minder begrijpelijk. 'Normaal' begint een zin met het onderwerp.   
Om sneller meer woningen te bouwen voor starters en middeninkomens, krijgen corporaties die meer sociale woningen bouwen een korting. 
De regering wil sneller meer woningen bouwen voor starters en middeninkomens. Corporaties krijgen een korting als ze meer sociale woningen bouwen. 

Slide 15 - Tekstslide

Bijzinnen volledig schrappen
Sommige bijzinnen hebben geen enkele functie, omdat ze alleen maar een feit aankondigen. Bijzinnen zoals ‘ik ben iemand die’, ‘zij is een vrouw die’, of ‘hij is een man die', kun je simpel schrappen. 

Ik ben iemand die niet snel boos wordt. Ik word niet snel boos. 
Het is een feit dat we meer geld moeten verdienen om een faillissement af te wenden. We moeten meer geld verdienen om een faillissement af te wenden. 

Slide 16 - Tekstslide

Bijzinnen volledig schrappen

Ze is gewend geraakt aan het feit dat ze dagelijks insuline moet spuiten.
Schrap: ‘het feit dat’ en de formulering wordt onmiddellijk krachtiger.
Ze is eraan gewend dat ze dagelijks insuline moet spuiten.

Slide 17 - Tekstslide

Schrap ‘om’ als het geen functie heeft
‘Om’ kun je in veel gevallen schrappen zonder verder iets aan de zin te veranderen. Het is dan niet eens een plakbandje, maar een overbodig frutseltje. 

De ambitie is om op beide punten verbetering door te voeren.
Beter:
De ambitie is op beide punten verbeteringen door te voeren. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Vul een bouwplan in over het volgende onderwerp: De groene kaart op het ATC. 

Slide 19 - Tekstslide