BTG 3

Week 38 - lesson 1
  • Check words
  • Check homework
  • Grammar

  • Exercises
  • Homework
Planner is coming soon!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Week 38 - lesson 1
  • Check words
  • Check homework
  • Grammar

  • Exercises
  • Homework
Planner is coming soon!

Slide 1 - Tekstslide

Check words
Please get your iPad out and sign in to the Lesson Up.

Slide 2 - Tekstslide

Geef de Engelse vertaling van:
mens

Slide 3 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van:
keel

Slide 4 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van:
gevoelig

Slide 5 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van:
pols

Slide 6 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van:
hersens (mv)

Slide 7 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van:
snor

Slide 8 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van:
lijk

Slide 9 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van:
verwijderen

Slide 10 - Open vraag

Irregular verbs
On the following slides you will see a Dutch word. I'd like you to write down the 3 irregular verbs in English.

Write it down like this:
go went gone

Slide 11 - Tekstslide

pijn doen

Slide 12 - Open vraag

laten, verhuren

Slide 13 - Open vraag

overwinnen

Slide 14 - Open vraag

schudden

Slide 15 - Open vraag

zien

Slide 16 - Open vraag

zingen

Slide 17 - Open vraag

Check homework
  1. past simple / past continuous
  2. past simple / present perfect
  3. quantifiers
  4. word order
  5. future 

Slide 18 - Tekstslide

Past Simple vs Past Continuous
Past Simple - action in the past
ww+ed / 2nd

Past Continuous - longer action in the past
to be + ww+ing

Slide 19 - Tekstslide

Past Simple vs Past Continuous
Can be used together in one sentence if there are 2 activities.

I was explaining the grammar when the door opened.
         action 1                                                                      action 2

shorter action = PS
longer action = PC

Slide 20 - Tekstslide

Present Perfect
1. Om aan te geven dat iets in het verleden begonnen is en nog steeds door gaat.
2. Iets in het verleden is gebeurd en het resultaat is nog steeds zichtbaar
3. Om aan te geven dat je iets in het verleden hebt ervaren.


              
have / has + volt deelwoord
has -> she /he / it
have -> I, you, we, they
regelmatig ww? 
 ww + ed
onregelmatig ww?  3e rijtje

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
1) I have lived in Heerenveen since 2004.

2) My sister has been to London 5 times already.

Slide 22 - Tekstslide

Past Perfect
  • Om aan te geven dat iets langer geleden is gebeurd dan iets anders.
  • Indirecte rede

before, after, as soon as, when etc.
had + voltooid deelwoord
(ww + ed / 3e vorm)

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
  1. After we had eaten we went out.
  2. She said she had been there several times. 

Slide 24 - Tekstslide

Oefenzinnen
  1. After Fred _____ (spend) his holiday in Italy he _____ (want) to learn Italian.
  2. Jill _____ (call) dad at work before she _____ (leave) for her trip.
  3. Susan _____ (turn on) the radio after she _____ (wash) the dishes. 
  4. When she _____ (arrive), the match already _____ (start).
  5. She _____ (watch) a video after the children _____ (go) to bed. 

Slide 25 - Tekstslide

Future
1) Will
2) To be going to
3) Present continuous
4 )Present simple

Slide 26 - Tekstslide

1. Will
1. Om iets aan te bieden, belofte, aankondiging, besluit.
2. GEEN bewijs.

Will + hele ww 
                I will do my chores tomorrow, I promise.
Vraagzin I of we? Shall + hele ww
                Shall we be on time?

Slide 27 - Tekstslide

2. To be going to
1. Om aan te geven dat je iets van plan bent in de toekomst.
2. Je verwacht dat iets zal gaan gebeuren.

Am/is/are going to + hele ww

I am going to play soccer tomorrow.
Look at the clouds. I think it is going to rain.

Slide 28 - Tekstslide

3. Present continuous
1. Afspraken gemaakt voor in de toekomst.

Am/is/are + ww + ing

Tomorrow the band is playing in The Arena.
They're getting married next week.

Slide 29 - Tekstslide

4. Present simple
1. Bij roosters en schema's. Openings- en sluitingstijden, aankomst- en vertrektijden, begin- en eindtijden. 

Hele ww / SHIT rule (+s)

The shops close early today.
Our train leaves at 4.13 pm.

Slide 30 - Tekstslide

Geef antwoord op de vragen in de volgende slides.

Slide 31 - Tekstslide

The train to Newcastle .... at 5.12 pm.
A
will depart
B
is going to depart
C
is departing
D
departs

Slide 32 - Quizvraag

We ... to Sharon's party next Saturday.
A
will go
B
are going to go
C
are going
D
go

Slide 33 - Quizvraag

Look at the sky! I think it ...
A
will snow
B
is going to snow
C
is snowing
D
snows

Slide 34 - Quizvraag

Hurry up! The conference ... in 20 minutes.
A
will begin
B
is going to begin
C
is beginning
D
begins

Slide 35 - Quizvraag

I promise I ... the dishes after this episode of Disenchanted.
A
will do
B
am going to do
C
am doing
D
do

Slide 36 - Quizvraag

Homework
Study these grammar topics in your book:
  1. past simple / past continuous
  2. past simple / present perfect
  3. quantifiers
  4. word order
  5. future 
Study irregular verbs + BU 1 - 5
SO BU:
26th of September

Slide 37 - Tekstslide