In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 2 min
Onderdelen in deze les
Groentechnische wereld
Thema 3.2 Water
Les 3.1
Bodem en grondsoorten
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Theorie H2 & H3
Grondsoorten in Nederland
Bodemleven
Grond onderzoeken
Grondmonster nemen
Slide 2 - Tekstslide
Introductie
In Nederland kennen we 4 grondsoorten.
Kleigrond,
Lössgrond,
Zandgrond en veengrond.
De grondsoort bepaalt deels wat er op groeit. Op veen en kleigronden groeit bijvoorbeeld gras goed. Lössgrond is erg vruchtbaar en hierop groeien graan en maïs goed. Op veel zandgronden in Nederland groeit bos.
Kennis van grond soorten en hun eigenschappen heb je nodig om de juiste meststoffen toe te voegen, waardoor bomen, heesters en andere planten nog beter groeien.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Grondsoorten in Nederland
Slide 5 - Tekstslide
Welke grondsoort?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Welke grondsoort?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Welke grondsoort?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Welke grondsoort?
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Opdracht grondsoorten in Nederland
Je docent heeft voor 4 groepjes een grote poster met daarop de omtrek van Nederland in het lokaal neergelegd.
Je hebt geleerd waar zich, welke grondsoort in Nederland bevindt. Kleur op de poster de gebieden waar zich de verschillende grondsoorten bevinden.
Hang de poster voor in het lokaal op en vergelijk deze met elkaar. Gebruik de volgende kleuren:
Löss = Oranje
Zeeklei = Lichtgroen
Rivierklei= Donkergroen
Zandgrond = Geel
Veen= Paars
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht grondsoorten herkennen
Bekijk het filmpje hiernaast.
Voer het uitgebeelde experiment met de grondsoorten die je van thuis hebt meegebracht.
Doe dit met de leden van je I.O. groepje.
We bespreken de resultaten naderhand.
Slide 15 - Tekstslide
Verdichting
Een storende laag beperkt de beworteling en laat onvoldoende water door.
In rijsporen of op kopakkers zie je snel hoe verdichting er uit kan zien.
Slide 16 - Tekstslide
Praktijkopdracht watervasthoudend vermogen van teeltmedia
De opdracht die jullie nu gaan doen komt uit een opgave die in het praktijkexamen profiel groen in 2018 is gemaakt.
Op deze manier kun je oefenen met een examen en een leuk experiment uitvoeren dat je iets vertelt over de hoeveelheid water die bepaalde teeltmedia kunnen vasthouden.
Je zou dit experiment ook met verschillende grondsoorten kunnen doen.
Slide 17 - Tekstslide
Wat heb je nodig per groep?
Verzamel per groep de volgende materialen:
4 potten met een doorsnede van 10,5 cm
4 filterpapiertjes
4 bekerglazen
1 grammenweegschaal
1 maatcilinder
1 maatbeker
Klok of stopwatch
Water
Grof zand
Hydrokorrels
Kokos potgrond
Gewone potgrond
Slide 18 - Tekstslide
Voorbereiding
De docent laat je een animatie zien waarin de praktische opdracht wordt uitgelegd.
Maak tijdens het kijken naar deze opdracht aantekeningen.
Als je met de opdracht gaat beginnen mag je de animatie niet meer bekijken.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Voorbereiding
Weeg 1 lege pot en schrijf het gewicht op.
Leg een filtreerpapiertje op de bodem van ieder pot.
Vul de potten. Eén met 400 ml. zand, één met 400 ml. hudrokorrels, één met 400 ml. potgrond en één met 400 ml kokosgrond.
Voer de stappen op de volgende pagina uit en vul de tabel in die je op papier hebt gekregen.
Slide 21 - Tekstslide
Uitvoering
Weeg de pot met inhoud en bereken het gewicht van het teeltmedium.
Vul de gegevens in je tabel in.
Zet de pot met inhoud op een bekerglas zoals op de afbeelding.
Vul een maatcilinder met 200 ml. water en verdeel al het water langzaam over het teeltmedium.
Wacht 3 minuten totdat het water uitgelekt is. Je kan in deze tijd de andere potten met teelmedia wegen.
Giet het water uit het bekerglas in de maatcilinder. Het verschil tussen 200 ml. en de uitgelekte hoeveelheid water wordt door het teelmedium vastgehouden.