Thema 3.2 les 2.2 Bodem en grondsoorten in Nederland

Groentechnische wereld

Thema 3.2 Water

Les 2.2

Bodem en grondsoorten in Nederland
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Groentechnische wereldMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Groentechnische wereld

Thema 3.2 Water

Les 2.2

Bodem en grondsoorten in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
  • Je leert hoe de Nederlandse bodem er uit ziet.
  • Je kan aan de hand van een onderzoekje een grondsoort bepalen.
  • Je gaat het vochtvasthoudend vermogen van teeltmedia bepalen.
  • Je rond de posteropdracht voor je IO af.
  • Je werkt verder aan je IO.

Slide 2 - Tekstslide

Grondsoorten in Nederland

Slide 3 - Woordweb

Grondsoorten in Nederland
- Zandgrond
- Veengrond
- Kleigrond
- Lössgrond

Welke is waar?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bij welke grondsoort hoort deze omschrijving en afbeelding?:

De basis voor deze bodemsoort is gelegd in de tijd dat Nederland nog geen dijken en dammen had. In deze tijd waren diverse delen van het land niet goed beschermd tegen de zee en rivieren, waardoor deze delen makkelijk door water werden overspoeld. Het water trok wel weer weg, maar er werd sediment achtergelaten, dit zorgt voor deze bodemsoort.
A
Löss
B
Klei
C
Zand
D
Veen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Bij welke grondsoort hoort deze omschrijving en afbeelding?:

In Nederland kennen we niet heel erg veel van deze bodem. We treffen het eigenlijk alleen aan in Zuid-Limburg. Het is een uitstekende grond voor de landbouw. Qua korrel zit deze grond precies tussen zand en klei in. Het is een zeer vruchtbare bodemsoort.
A
Löss
B
Klei
C
Zand
D
Veen

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke grondsoort hoort deze omschrijving en afbeelding?:

Deze grondsoort is voornamelijk te vinden in drie provincies, namelijk Zuid-Holland, Groningen en Drenthe. deze bodemsoort ontwikkelt over lange periode vanuit een moeras. Er groeiden diverse plantensoorten in deze moerassen die uiteindelijk zijn doodgegaan. Hierdoor kwamen de planten onder water te liggen, waar ze niet konden verteren. Dit zorgde voor een laag dode planten die deze bodemsoort vormde. heen steeds dikker. Uiteindelijk verdwijnt al het water en is het hele moeras gevuld met een laag dode planten. Vanaf dit moment kan er worden gesproken van een veenbodem
A
Löss
B
Klei
C
Zand
D
Veen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Bij welke grondsoort hoort deze omschrijving en afbeelding?:

Deze bodem wordt in Nederland het meest aangetroffen in het zuidelijke en het oostelijke deel van het land. Het ontstaat ook niet van het ene op het andere moment. Het bouwt zich door de jaren heen op, doordat materiaal wordt aangevoerd door rivieren en door de wind. Deze bodem is te herkennen aan de grotere korrels. Het is een weinig vruchtbare grondsoort.
A
Löss
B
Klei
C
Zand
D
Veen

Slide 11 - Quizvraag

Opdracht grondsoorten in Nederland
Je docent heeft voor de groepjes een grote poster met daarop de omtrek van Nederland in het lokaal neergelegd.
 

Je hebt geleerd waar zich, welke grondsoort in Nederland bevindt. Kleur op de poster de gebieden waar zich de verschillende grondsoorten bevinden.

Hang de poster voor in het lokaal op en vergelijk deze met elkaar. Gebruik de volgende kleuren:

Löss = Oranje
Zeeklei = Lichtgroen
Rivierklei= Donkergroen
Zandgrond = Geel
Veen= Paars


Slide 12 - Tekstslide

Opdracht grondsoorten herkennen
Bekijk gezamenlijk het filmpje op de volgende slide.
 

Voer het uitgebeelde experiment met de grondsoorten die je van huis hebt meegenomen en die je docent heeft klaargezet.

Doe dit met de leden van je I.O. groepje.
We bespreken de resultaten naderhand.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Verdichting
Een storende laag beperkt de beworteling en laat onvoldoende water door.

In rijsporen of op kopakkers zie je snel hoe verdichting er uit kan zien. 

Wat kun je hier aan doen?

Slide 15 - Tekstslide

Watervasthoudend vermogen van teeltmedia
De opdracht die jullie nu gaan doen komt uit een opgave die in het praktijkexamen profiel groen in 2018 is gemaakt.

Op deze manier kun je oefenen met een examen en een leuk experiment uitvoeren dat je iets vertelt over de hoeveelheid water die bepaalde teeltmedia kunnen vasthouden.

Je zou dit experiment ook met verschillende grondsoorten kunnen doen.  

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb je nodig per groep?
4 P9 potjes
4 filterpapiertjes (koffiefilters)
4 Papieren bekers
1 Grammenweegschaal
1 Maatcilinder
1 Maatbeker
Klok of stopwatch
Water
Grof zand
Hydrokorrels
Zaai- en stekgrond
Gewone potgrond

Slide 17 - Tekstslide

Voorbereiding
De docent laat je een animatie zien waarin de praktische opdracht wordt uitgelegd.

Maak tijdens het kijken naar deze opdracht aantekeningen.

Als je met de opdracht gaat beginnen mag je de animatie niet meer bekijken. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Uitvoering
Weeg 1 lege pot en schrijf het gewicht op.

Leg een filtreerpapiertje op de bodem van ieder pot.

Vul de potten: 
Eén met 400 ml. zand 
Eén met 400 ml. hydrokorrels
En met 400 ml. potgrond 
Eén met 400 ml kokospotgrond.

Voer de stappen op de volgende pagina uit en vul de tabel in die je op papier hebt gekregen. 

Slide 20 - Tekstslide

Uitvoering
1. Weeg de pot met inhoud en bereken het gewicht van het      teeltmedium.
2. Vul de gegevens in je tabel in.
3. Zet de pot met inhoud op een bekerglas zoals op de            afbeelding.
4. Vul een maatcilinder met 200 ml. water en verdeel al het      water langzaam over het teeltmedium.
5. Wacht 3 minuten totdat het water uitgelekt is. Je kan in        deze tijd de andere potten met teelmedia wegen.
6. Giet het water uit het bekerglas in de maatcilinder. Het          verschil tussen 200 ml. en de uitgelekte hoeveelheid            water wordt door het teelmedium vastgehouden.  

Slide 21 - Tekstslide

Conclusie
Vul je bevindingen in op het werkblad.

Bepaal vervolgens met je groepje welk teeltmedium je zou adviseren aan de kweker.

Geef ook aan waarom je dit adviseert.

Slide 22 - Tekstslide

Afronding
Maak alle materialen die je hebt gebruikt schoon en droog, ruim ze in overleg met je docent op de juiste plek op.

De teeltmedia die je hebt gebruikt voor deze proef mogen in de witte bak buiten.

Pas als alles schoon is en alle groepen zijn klaar dan werk je verder met je poster en je IO opdracht van dit thema.


Slide 23 - Tekstslide