Meer dan lezen par. 5, les 1

Programma
1) Stof voor de toetsweek
2) Hoofd- en bijzaken
3) Opdracht maken
4) Klassikaal opdracht 1 en 2 bespreken
5) Opdracht maken
6) Huiswerk

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
1) Stof voor de toetsweek
2) Hoofd- en bijzaken
3) Opdracht maken
4) Klassikaal opdracht 1 en 2 bespreken
5) Opdracht maken
6) Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Stof voor de toetsweek
* Nieuw: paragraaf 5 en 6 van Cursus 1 Meer dan Lezen. 
* Voor de toetsweek: par. 1 t/m 6!


Je maakt de opdrachten met je boek en je schrijft de antwoorden in je schrift. Denk eraan: schrijf bij open vragen hele zinnen op!

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen paragraaf 5, vanaf blz. 32
Je leert hoofd- en bijzaken te onderscheiden in de tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken en kernzinnen
Wat zijn hoofdzaken in een tekst?
Wat zijn bijzaken?
Wat zijn kernzinnen?

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht in tweetallen
Bepaal de hoofdzaken in de tekst. Doe dat door 3 zinnen te onderstrepen.
Onderstreep pas een zin als je het samen eens bent.
Klaar? Lees de theorie op blz. 32 even door.
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Alinea 1

Straatkinderen

1) Wat was je een half uur geleden aan het doen? 2) Grote kans dat jij een PlayStation, Nintento Switch of een andere spelcomputer in je kamer hebt staan, of een grote bak met lego om lekker te bouwen. 3) Misschien een poppenhuis, een autobaan of in de garage zelfs een tafeltennistafel.





Vergelijking! Bijzaak

Slide 6 - Tekstslide

Alinea 2


1) Wist je dat dit lang niet voor iedereen vanzelfsprekend is? 2) Aan de andere kant van de wereld ligt Brazilië, het grootste land in Zuid-Amerika. 3) In de grote stad Rio de Janeiro leven naar schatting vijf miljoen kinderen in hevige armoede van wie een groot aantal niet eens een dak boven het hoofd heeft opgroeit zonder ouders.





De voorkeursplaatsen voor hoofdzaken zijn vaak inleiding/slot van een tekst en, 1e, 2e of laatste zin van een alinea.

Slide 7 - Tekstslide

Alinea 3


1) Zij zijn gedwongen te overleven in de keiharde straten van de vele favela’s (krottenwijken).  2) Voor hen geen uurtje op de PlayStation, maar keihard vechten om te kunnen bestaan. 3) Zo moeten deze straatkinderen elke dag op hun hoede zijn voor drugscriminelen en moordenaars.





In zin 2 wordt een vergelijking gemaakt en zin 3 is een voorbeeld!

Slide 8 - Tekstslide

Alinea 4


1) Gelukkig zijn er steeds meer organisaties die zich het lot van straatkinderen aantrekken. 2) De Stichting Jacobus zet zich in om zoveel mogelijk straatkinderen onderdak en educatie te bieden. 3) Vorig jaar konden met haar hulp ruim 120 kinderen weer naar school.




De eerste zin is een inleidende zin. De derde zin is een voorbeeld.

Slide 9 - Tekstslide

Samenvatting:

In de grote stad Rio de Janeiro leven naar schatting vijf miljoen kinderen in hevige armoede van wie een groot aantal niet eens een dak boven het hoofd heeft opgroeit zonder ouders.
Zij zijn gedwongen te overleven in de keiharde straten van de vele favela’s (krottenwijken).
 De Stichting Jacobus zet zich in om zoveel mogelijk straatkinderen onderdak en educatie te bieden. 




Slide 10 - Tekstslide

Verschil/overeenkomsten samenvatting en schema
  • Overeenkomst: Bij beide noteer je de hoofdzaken (en let je op voorkeursplaatsen, opvallend gedrukte woorden en signaalwoorden voor een tekstverband.
  • Verschil: bij een samenvatting noteer je de hoofdzaken/kernzinnen in een lopende tekst met signaalwoorden. In een samenvatting geef je verbanden aan met opsommingstekens enz.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht:
Maak opdracht 2 op blz. 33-34. Let op: je slaat vraag 5 over!
+ noteer de woorden die je niet begrijpt!

Ben je klaar, dan ga je verder met opdracht 3. Let op: bij vraag 2 markeer je alleen de hoofdzaken van de tekst (je hoeft dus nog niets te doen met de signaalwoorden). Dit is huiswerk voor maandag!

Slide 12 - Tekstslide

Bespreken (deel) opdracht 5
Wat weet je nu van hoofd- en bijzaken?

Slide 13 - Tekstslide