2kgt - herhaling H1 Lezen opdr. 8 + Schrijven H4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

2KGT           Nederlands

Vraagje

Wie heeft de Diatoetsen (van NE) nog niet volledig afgerond?

Lezen

Deze les

       

       > Lezen H1 > opdracht 8 (herhaling)   

       > Jullie voorbereiding voor het s.o.

       > Schrijven H4 (nieuwe stof)

Lesdoelen

1. Je kunt onderwerpen en deelonderwerpen herkennen in een tekst
2. Je weet waar je morgen extra op moet letten tijdens het s.o.
3. Je kunt feiten van meningen onderscheiden;
4. Je kunt argumenten geven bij je eigen mening.

In welke gedeelte van een tekst zoek je naar het onderwerp?

Hoe noem je de verschillende delen van het onderwerp?

Wat wordt er vaak herhaalt in het slot?

Myrthe (13) bedwingt Alpe d’Huez zesmaal

legendarische rit

21 bochten

1.143 m hoogteverschil

14 km

300 wielrenners per dag 

Herhaling lezen H1

> Lees tekst mee

> Maak opdr. 8

Oefen schrijfopdracht

> Ingeleverd (Ruben, Mila, Floor) 

> Te laat ingeleverd (Joep, Gigi, Lotte, Delano, Bram, Thijmen, Lyndsey, Jiani)

> Verantwoordelijkheid

> Leren van fouten

Oefen schrijfopdracht

> Beoordelingsformulier bekijken voor s.o. van morgen in Classroom

> Controleer de tekst die voor je ligt a.d.h.v. het beoordelingsformulier

> Bespreek in je groepje wat anders moet

> Markeer verbeterpunten zichtbaar (bijv. met stift)

Oefening schrijfopdracht

> Terugkoppeling van gemaakte fouten

> Kijk mee en leer

Schrijven h4

Feiten en meningen

Feiten

1. worden door iemand gevoeld
2. zijn waarheden die je kunt controleren

Meningen

1. worden door iemand gevoeld
2. zijn waarheden die je kunt controleren

Feiten

1. blijven gelijk
2. kunnen veranderen

Meningen

1. blijven gelijk
2. kunnen veranderen

Argumenten

1. zijn redenen waarom je iets (niet) vindt/doet
2. woord voor ruzies in het Engels
3. zijn groente die lijken op dikke boontjes

Aan de slag

> Opdracht 1

> daarna stencil

Lesdoelen check

1. Hoe herken je onderwerpen en deelonderwerpen?
2. Waar moet je morgen opletten tijdens het s.o.?
3. Hoe onderscheid je feiten van meningen?
4. Wat is een argument bij een mening?

Huiswerk

>>> Oefenen met schrijven

Morgen s.o. schrijfvaardigheid 

Argumenten

Noteer nu jouw mening over huiswerk. 

Geef daarbij minimaal 3 argumenten.

Vooruitblik

1. So: schrijfdossier opdracht 1

2. Start H2 > onderdeel Lezen

 Toets

 Leesvaardigheid 

h 1 + 2 

13 of 14 oktober

Bedankt

Tot de volgende les!