2.4

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today's schedule 
Watching animation + writing activity 
2.4 Reading
2.4 Grammar explanation

Second hour: 
Test evaluation 


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Reading
Page 26

Slide 4 - Tekstslide

Telbaar en ontelbaar
Telbaar: 3 honden (3 dogs), 3 huizen (3 houses)
Ontelbaar: 3 gelden (3 moneys), 3 melken (3 milks)

Tip: Vaak zijn woorden met een s telbaar, want dat is meervoud

Zijn deze woorden telbaar of ontelbaar?
Biscuits, celery, oil, crisps, ketchup, eggs, onions, cheese

Slide 5 - Tekstslide

Much and Many
Much and many betekenen allebei ‘veel’.

Much: uncountable nouns
Many: countable nouns

Much: Time, money, milk, cheese
Many: Friends phones,  biscuits

Slide 6 - Tekstslide

Some and any
Some: alleen wanneer je iets aanbiedt: Would you like some water?
There are some apples in the fridge 
I’m going to invite some friends 

Any: Negatieve en vraagzinnen: She doesn't have any cookies
Do you have any money left?
I don’t have any friends




Slide 7 - Tekstslide

Exercise 5, page 26

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide