quarantaine week 3 les 1 Lezen H5

Welkom V2G
dinsdag 19 januari 2021
Camera aan
Geluid uit
Vragen: Steek digitaal je hand op


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom V2G
dinsdag 19 januari 2021
Camera aan
Geluid uit
Vragen: Steek digitaal je hand op


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 
- Je leert kritisch lezen om te beoordelen of een tekst objectief en betrouwbaar is.

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom en presentie (5 min)
- Terugblik: feit, mening en standpunt en Zes seconden (10 min)
- Uitleg: H5 Kritisch lezen (10 min)
- Zelfstandig werken / mogelijkheid om vragen te stellen

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: feit, mening, argument
Utrecht is de hoofdstad van Nederland.
Utrecht is de mooiste stad van Nederland.

Feit of mening?

Slide 4 - Tekstslide


Ik vind de film over het boek 'De brief voor de koning' minder spannend dan het boek. 
 
Feit of mening?

Slide 5 - Tekstslide


Je zou eigenlijk op de fiets naar school moeten gaan, want dat is goed voor je gezondheid! 

Wat is het standpunt en wat is het argument?

Slide 6 - Tekstslide

Zes seconden H4
 1. Welke personages komen voor in dit hoofdstuk?
2. Tijd en ruimte: waar en wanneer speelt het verhaal zich af?
3. Wat gebeurt er?


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Huiswerk 
Vragen?

 Mees, Esra

Slide 9 - Tekstslide

H5 Kritisch lezen......

Slide 10 - Tekstslide

Lees (en beluister) de tekst

Slide 11 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van teksten


Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.

Daarom moet je een tekst kritisch lezen.

Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op

de bron,  de schrijver, het doel van de tekst.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De bron van een tekst

Een bron moet bij voorkeur actueel zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen.

Dat kun je aan de bronvermelding zien.

Een bron die zo volledig mogelijk informatie geeft, is betrouwbaarder dan een bron die dat niet doet. Dat geldt ook voor een bron die informatie juist en controleerbaar aanbiedt.

Slide 14 - Tekstslide

De schrijver van een tekst

Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept of een ruime persoonlijke ervaring heeft met het onderwerp.

Slide 15 - Tekstslide

Het doel van een tekst

Een tekst is objectief en onpartijdig als die alleen maar

informatie geeft.

Een tekst is subjectief en partijdig als die ergens van wil overtuigen of ergens reclame voor maakt. Als een tekst bedoelt is om jou te overtuigen of tot handelen aan te zetten (aansporen iets te doen), moet je dus extra goed opletten.

Slide 16 - Tekstslide


Reclameteksten zijn meestal niet erg betrouwbaar,

omdat ze als doel hebben de lezer aan te sporen iets te kopen

Slide 17 - Tekstslide



Ook roddelbladen nemen het soms niet zo nauw met de waarheid. 

Slide 18 - Tekstslide


Schoolboeken en de meeste nieuwsberichten zijn wel betrouwbaar, omdat ze als doel hebben de lezer informatie te geven.

Slide 19 - Tekstslide

Check de betrouwbaarheid:
- Is de auteur deskundig?
- Is de auteur onpartijdig of heeft hij een bepaald belang?
- Waar en wanneer is de tekst geproduceerd?
- Is de informatie in de tekst niet verouderd?
- Zijn de mensen die geïnterviewd worden betrouwbaar en deskundig? 
- Komen er voor- en tegenstanders aan het woord?
- Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij belangrijke dingen weg?
- Zijn de argumenten van de auteur sterk of kun je er makkelijk iets tegenin brengen

Slide 20 - Tekstslide


- Geloof jij alles wat jij leest op internet?
- Hoe check jij een tekst op internet betrouwbaar is?
- Vind jij Wikipedia betrouwbaar?

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 22 - Open vraag

Huiswerk
Ga naar Nieuw Nederlands online: Planning Lezen H5 en maak de opdrachten (1 en 2) 
Lees hoofdstuk 6 en 7 uit het boek Zes seconden

Slide 23 - Tekstslide