GYM 4 - maandag 26-8

Pak Laagland en schrift
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak Laagland en schrift

Slide 1 - Tekstslide

Plattegrond

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:
  1. Opdracht boekdossier 6
  2. Lesdoel
  3. Tijd en structuur: uitleg
  4. Tijd en structuur: aan de slag!
  5. Alle kwartjes gevallen?
  6. Huiswerk + taalvout

Slide 3 - Tekstslide

Boekdossier 6
Je mag samenwerken! Je leest allebei het boek maar werkt samen aan het verslag.

Boek: www.lezenvoordelijst.nl --> vanaf niveau 3. 
Alleen origineel Nederlandse werken! Dus geen vertaalde werken. (Sorry!)

Geef uiterlijk donderdag je boekkeuze door.


Let tijdens het lezen op de aspecten van de theorie uit Laagland hf. 4 & 6.

Slide 4 - Tekstslide

Boekdossier 6: hoe ziet 'ie eruit?
Vijf onderdelen:
1. Primaire gegevens (titel, auteur, uitgeverij, etc.)
2. Samenvatting (zelf geschreven of uit Lexicon)
3. Verwerking opdrachten --> zie blad opdracht boek 6!
Opdr. 1: Flashforwards, flashbacks, samenhang, verhaallijnen,vertelperspectief,  betrouwbaarheid.
Opdr. 2: Herschrijven verhaal vanuit ander perspectief.

4. Eigen oordeel
5. Bronvermelding --> vademecum.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel:
Na deze les:

Weet je wat tijd in een verhaal kan betekenen en ken je de begrippen:
  • Vertelde tijd & verteltijd
  • Flashbacks & flashforwards
  • Chronologisch & niet-chronologisch
  • Versnelling & vertraging

Slide 6 - Tekstslide

Pak je schrift en maak aantekeningen

Slide 7 - Tekstslide

Laagland h4: TIJD
Verhalen spelen zich af in een bepaalde tijd.

Bijvoorbeeld:

Slide 8 - Tekstslide

“De Verenigde Oostindische Compagnie heeft een groot tekort aan zeelieden. Reinout van Veghel grijpt zijn kans als hij eerder uit het tuchthuis vrij kan komen door aan te monsteren op het koopvaardijschip de Hollandia, voor een reis naar Java. Al voordat Kaap de Goede Hoop is bereikt, lijdt een groot deel van de bemanning aan scheurbuik. Alleen door vers voedsel en fruit in te slaan, kan dit probleem worden verhopen. Maar de kapitein wil doorvaren, want tijd is geld. Het gemor onder de bemanning neemt toe…”



Bloedgeld – Simone van der Vlugt 

Slide 9 - Tekstslide

TIJD
Verhalen spelen zich af in een bepaalde tijd.

En verhalen bestrijken een bepaalde hoeveelheid tijd…

Slide 10 - Tekstslide

TIJD
“Elsa Ruys heeft weinig aandacht voor de piloot. Haar ogen zijn dicht. Ze denkt aan hoe haar vakantie tot een abrupt einde was gekomen door een telefoontje. Hoe haar leven kantelde.

Op Schiphol passeert ze de bagageband en loopt ze de aankomsthal in. Met rechercheur Veen heeft ze afgesproken dat hij haar komt ophalen.”

IV – Arjen Lubach

Slide 11 - Tekstslide

TIJD
Vertelde tijd:
De tijd die in het verhaal verstrijkt
"Op zaterdag begon hij zijn tocht. Urenlang liep hij door het bos. Hij verwonderde zich over de grote oneindigheid aan bomen en verdwaalde in zichzelf en in de wereld. Hij liep kilometers lang en begreep ineens dat het al maandag was."



Verteltijd:
De tijd die de lezer nodig heeft om de tekst te lezen
+/- 10 seconden

Slide 12 - Tekstslide

TIJD: wat gaat hier fout?

Slide 13 - Tekstslide

“Chronologie”: op volgorde van tijd
Denk aan het Griekse “Chronos” (tijd). Chronologisch (op volgorde) versus  
niet-chronologisch (niet op volgorde).

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Flashback
Terugblik

Een verhaal begint het midden van de gebeurtenissen (in medias res); de schrijver geeft later uitleg door een Flashback.

Effect: spannender
Flash forward
Vooruitblik

Blik in de toekomst, meestal een waarschuwing of belofte.



Effect: Lezer wordt nieuwsgierig.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Versnelling

Tijd kan versneld worden als een stuk niet (zo) interessant of belangrijk is voor de lezer.
Vertraging

Een verhaalgedeelte extra benadrukken door het uitgebreid te beschrijven.

Bijvoorbeeld --> 

Slide 18 - Tekstslide

Vertraging
“Harry ging naar binnen, stootte zijn hoofd bijna tegen het schuine plafond en knipperde met zijn ogen. Het was alsof hij een oven was binnengestapt: bijna alles in Rons kamer scheen knaloranje te zijn: de sprei, de muren en zelfs het plafond. Toen besefte Harry dat Ron vrijwel iedere vierkante centimeter van het haveloze behang had volgeplakt met posters van zeven heksen en tovenaars, die feloranje gewaden droegen, bezemstelen in hun hand hadden en vrolijk zwaaiden.
‘Je Zwerkbalteam?’ zei Harry.”



Harry Potter & de Geheime Kamer – J.K. Rowling

Slide 19 - Tekstslide

Alles op een rij
Vertelde tijd:                                    de tijd die in het verhaal verstrijkt
Verteltijd:                                           leestijd

Chronologisch:                                 op volgorde van tijd
Niet-chronologisch:                       “overmorgen-vandaag-morgen”

Flashback:                                          terugblik
Flash forward:                                  vooruitblik

Versnelling:                                        tijd versnellen: ‘Drie uur later’
Vertraging:                                          tijd vertragen: extra benadrukken

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak opdrachten 1 t/m 8 van het blad 'Tijd en structuur in een verhaal'.
  • Lezen en samenvatten: H4 van Laagland (samenvatting in je schrift of snelhechter)

= Huiswerk voor donderdag. Morgen tijdens de les kun je hier ook nog aan werken!

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoel:
Na deze les:

Weet je wat tijd in een verhaal kan betekenen en ken je de begrippen:
  • Vertelde tijd & verteltijd
  • Flashbacks & flashforwards
  • Chronologisch & niet-chronologisch
  • Versnelling & vertraging

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf een kort voorbeeldfragment met een versnelling erin.

Slide 23 - Open vraag

Schrijf een kort voorbeeldfragment met een vertraging erin.

Slide 24 - Open vraag

Vertelde tijd
Verteltijd
Chronologisch
Niet-chronologisch
Flashback
Flash forward
De tijd die in het verhaal verstrijkt.
Leestijd.
Op volgorde van tijd
"overmorgen-vandaag-morgen"
Terugblik
Vooruitblik

Slide 25 - Sleepvraag

Volgende les
Huiswerk
* Maak opdrachten 1 t/m 8 van het blad 'Tijd en structuur in een verhaal'.
* Lezen en samenvatten: H4 van Laagland 
(samenvatting in je schrift of snelhechter)

Moet donderdag af zijn!
Morgen in de les mag je hier ook aan werken.

Slide 26 - Tekstslide