5 spellingsregels van de persoonsvorm
Regel 1: Bij
ik schrijf je de ik-vorm
Regel 2: Bij jij, u/hij/zij/het schrijf je de ik-vorm +t
Regel 3: Als je ik-vorm eindigt op -t, dan schrijf je geen extra t
Regel 4: Als je/jij achter de persoonsvorm staat, schrijf je de ik-vorm
Regel 5: Bij het meervoud schrijf je het hele werkwoord.