Stap 3: Controleer of die letter in 't kofschip zit of een 'x' is. 't kofschip bevat de letters: t, k, f, s, ch, p.
Als de laatste letter van de stam in ’t kofschip zit of als het een x is, schrijf je ik-vorm +te(n).
Als de laatste letter van de stam niet in 't kofschip zit, schrijf je ik-vorm +de(n).