Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
HAVO3: quiz en werkwoorden
Quiz woordenschat + grammatica
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Quiz woordenschat + grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Welk woord past niet?
sich auskennen - links - rechts
A
sich auskennen
B
links
C
rechts
Slide 2 - Quizvraag
Welk woord past niet?
die Haltestelle - überholen - der Zug
A
die Haltestelle
B
überholen
C
der Zug
Slide 3 - Quizvraag
Welk woord past niet?
der Arm - das Bein - der Fuß
A
der Arm
B
das Bein
C
der Fuß
Slide 4 - Quizvraag
Welk woord past het beste?
Bei der nächsten ___________ muss ich aussteigen.
A
Haltestelle
B
die Stadt
C
das Fahrzeug
Slide 5 - Quizvraag
Welk woord past het beste?
Ich muss in Münster aus dem Bus ___________________
A
überholen
B
aussteigen
C
abfahren
Slide 6 - Quizvraag
Welk woord past het beste?
Wissen Sie wo _____________ ist?
A
der Fußweg
B
das Zentrum
C
das Fahrrad
Slide 7 - Quizvraag
Welke woord past het best?
Es ist sehr warm im Auto. Können Sie ____________ anschalten?
A
die Klimaanlage
B
die Kreuzung
C
der Bahnhof
Slide 8 - Quizvraag
Zwakke werkwoorden
Slide 9 - Tekstslide
kommen
_____________ ihr heute mit ins Kino?
A
kommt
B
kommen
C
kommst
Slide 10 - Quizvraag
spielen
Ich ___________ gerne Fußball.
A
spiel
B
spielt
C
spiele
Slide 11 - Quizvraag
reisen
Du __________ immer so viel!
A
reist
B
reisst
C
reise
Slide 12 - Quizvraag
arbeiten
______________ du schon lange hier?
A
arbeitet
B
arbeite
C
arbeitest
Slide 13 - Quizvraag
wohnen
Meine Eltern _____________ schon lange in diesem Haus.
A
wohnt
B
wohnen
C
wohne
Slide 14 - Quizvraag
machen
_____________ du Kaffee oder Tee?
A
macht
B
machst
C
machen
Slide 15 - Quizvraag
Vraagwoorden
Slide 16 - Tekstslide
_______________ warst du?
A
wo
B
wann
C
wie
Slide 17 - Quizvraag
_______________ bist du niet hier?
A
warum
B
wie
C
wo
Slide 18 - Quizvraag
____________ alt bist du?
A
wo
B
wie
C
warum
Slide 19 - Quizvraag
_______________ ist dein Lieblingsessen?
A
warum
B
wo
C
was
Slide 20 - Quizvraag
_____________ gehst du nach Hause?
A
warum
B
wann
C
wo
Slide 21 - Quizvraag
Sterke werkwoorden met een 'e' in de stam
Slide 22 - Tekstslide
geben
____________ du ihm das Geschenk?
A
gibst
B
gebst
C
gebe
Slide 23 - Quizvraag
stehen
Wo _______________ ihr?
A
stieht
B
steht
C
stehen
Slide 24 - Quizvraag
essen
Warum ______________ du so wenig?
A
esst
B
isst
C
isse
Slide 25 - Quizvraag
treffen
Wo ___________ ihr euch am Wochenende?
A
trefft
B
trifft
C
treffen
Slide 26 - Quizvraag
treffen
Wo ___________ du ihn?
A
triffst
B
trefft
C
treffst
Slide 27 - Quizvraag
brechen
Ich _______ die neue Vase.
A
breche
B
briche
C
brechst
Slide 28 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Quiz havo 3 woordenschat
Maart 2021
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Ka/ma 2b les 22 September
September 2022
- Les met
25 slides
Duits
Secondary Education
Haben und sein
Januari 2024
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
K3 Verben haben und sein und Lesenverstehen
Februari 2021
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eerste les
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
M2 15 September Kapitel 1 (4)
September 2022
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
VWO 1: quiz woordenschat en Sprachmittel
Juli 2021
- Les met
47 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1