8.2 Voedingsmiddelen en voedingstoffen

8.2 Voedingsmiddelen en voedingstoffen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.2 Voedingsmiddelen en voedingstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je kunt de vier functies benoemen van voedingsstoffen in je lichaam.

- Je kunt zes groepen voedingsstoffen benoemen.

- Je kunt op een etiket de voedingswaarde van een voedingsmiddel aflezen en gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen: alle producten die je eet en drinkt 

Twee varianten:
  • Plantaardig 
  • Dierlijk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardig

Dierlijk

Slide 4 - Sleepvraag

Alle producten die je eet en drinkt noem je voedingsmiddelen. Deze kunne plantaardig of dierlijk zijn. 
Voedingsstoffen 
In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen

Voedingsstoffen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel. 

Voedingsmiddelen
Voedingsstoffen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsstoffen
Voedingsstoffen kunnen vier functies hebben:
  • Brandstof 
  • Bouwstof 
  • Reservestof 
  • Beschermende stof


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstoffen: Je lichaam gebruikt deze stoffen om nieuwe cellen te maken of cellen te herstellen. 

Brandstoffen gebruik je om energie van te krijgen. Dankzij die energie blijft je lichaam warm, kun je bewegen en werken al je organen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reservestoffen worden opgeslagen in jouw lichaam totdat deze het nodig heeft. 

Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je lichaam gezond blijft. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstoffen worden gebruikt om...

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
Eiwitten dienen als bouwstoffen en brandstoffen. 

Ze zitten veel in vlees, vleesvervangers en eieren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten
Koolhydraten dienen als brandstof, maar worden soms gebruikt als bouwstof of reservestof.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water
Water is de belangrijkste bouwstof voor het lichaam en water speelt een belangrijke rol bij het vervoeren van andere stoffen in het lichaam.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
Vetten zijn een hele goede brandstof, maar worden snel opgeslagen als reservestoffen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mineralen
Mineralen in ons lichaam zijn vooral bouwstoffen en beschermende stoffen. Het zijn zouten, bijvoorbeeld Calcium (voor je botten) of Natrium.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitaminen
Vitaminen zijn de belangrijkste beschermende stoffen. 
Er zijn er erg veel en zorgen dus dat je gezond blijft.
A, B, C, D en K. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je kunt de vier functies benoemen van voedingsstoffen in je lichaam.

- Je kunt zes groepen voedingsstoffen benoemen.

- Je kunt op een etiket de voedingswaarde van een voedingsmiddel aflezen en gebruiken.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En wat nu?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies