thema 1, start begrippenlijst + UL basisstof 1.6 (2VWO)

Planning:
  1. Begrippenlijst maken (intussen HW-C)
  2. nieuwe leerdoelen + uitleg 1.6
  3. aan de slag met opdrachten 1.6
  4. (verder werken aan je begrippenlijst)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  1. Begrippenlijst maken (intussen HW-C)
  2. nieuwe leerdoelen + uitleg 1.6
  3. aan de slag met opdrachten 1.6
  4. (verder werken aan je begrippenlijst)

Slide 1 - Tekstslide

Start met zelfstandig maken van een begrippenlijst van thema 1:

  1. Ga in je boek naar blz. 8
  2. noteer alle begrippen van basisstof 1.1 onder elkaar (in een schrift / of op je drive) MET een uitleg erbij die je zelf ook begrijpt
  3. Doet dit ook voor de begrippen van basisstof 1.2 + 1.3 + 1.4 + 1.5 +              extra stof 1.7 + 1.8


Intussen controleert de docent online of al het huiswerk goed is gemaakt.
                         ((basisstof 1.4- 1 t/m 3 + 5 t/m 8 + basisstof 1..5 1 t/m 3 + 5 t/m 8))
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

1.6 ademhaling bij dieren;

Leerdoel:
Ik kan beschrijven hoe de de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen. 


Je hebt intussen geleerd dat en hoe Zoogdieren ademen met longen.
Hoe zit dat bij:
  • vissen?
  • vogels?
  • insecten?
  • Eencellige dieren?

Slide 3 - Tekstslide

gaswisseling bij eencellige dieren;

Bij eencelligen gaat de gaswisseling via het celmembraan.
Bij eencelligen is het oppervlak van het celmembraan groot genoeg om voldoende zuurstof op te nemen en CO2 af te geven. 

Bij meercellige dieren is het 
oppervlak van het lichaam 
hiervoor niet groot genoeg, 
ook is de huid daarvan vaak
ondoorlaatbaar. 

Slide 4 - Tekstslide

gaswisseling bij insecten;
Insecten hebben tracheeën
dit zijn sterk vertakte buisjes in het lichaam. 
Via openingen (stigma´s) komt lucht in het 
tracheeënstelsel.

Alle vertakkingen samen hebben een groot oppervlak, 
zodat de gaswisseling snel plaatsvindt. 



Slide 5 - Tekstslide

Stigma´s zitten vooral in het achterlijf. 
Insecten maken met hun achterlijf pompende bewegingen. 
Hierdoor wordt het achterlijf heen en weer gewogen om zo de lucht in de tracheeën te verversen. 

Slide 6 - Tekstslide

gaswisseling bij vissen;
  • Vissen hebben kieuwen. 
  • Deze liggen vlak achter de kop in kieuwholten.
  • De kieuwholten zijn bedekt door kieuwdeksels
  • Elke kieuw bestaat uit een kieuwboog, met daarop een groot aantal kieuwplaatjes

Slide 7 - Tekstslide

gaswisseling 
bij vissen;

  • Op de kieuwplaatjes bevinden zich                                                                                                                dunne  kieuwlamellen met daarin                                                                                                             een netwerk van bloedvaten.
  • Het oppervlak van alle kieuwlamellen samen is groot, waardoor de gaswisseling van zuurstof en CO2 snel kan verlopen.  
  • De stroomrichting van het bloed in de bloedvaten is tegengesteld aan de stroomrichting van het water. (= tegenstroomprincipe).
  • Door dit principe gaat de uitwisseling van stoffen beter dan wanneer de                                           stoffen in dezelfde richting bewegen. 
  • Dit principe komt al allerlei plaatsen voor waar stoffen (of warmte) worden uitgewisseld.

Slide 8 - Tekstslide

gaswisseling bij vogels;
  • Vogels hebben longen met luchtzakken en hebben geen longblaasjes. 
  • Deze longen zijn kleiner en werken anders dan bij zoogdieren. 
  • De longen van vogels worden niet groter en/of kleiner, de luchtzakken wel.

Slide 9 - Tekstslide

gaswisseling bij vogels;
  1. Als een vogels inademt, worden alle luchtzakken groter.
  2. Vanuit de luchtpijp stroomt verse lucht naar de achterste luchtzakken en vanuit de longen stoomt lucht naar de voorste luchtzakken. 
  3. Bij uitademing stroomt lucht vanuit de voorste luchtzakken via de luchtpijp naar buiten en stroomt lucht van de achterste luchtzakken de longen in. 
Op deze manier stroomt er steeds lucht met veel zuurstof langs de bloedvaatjes in de longen. Dit is ook het tegenstroomprincipe. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Nog vragen over dit leerdoel?

Slide 12 - Tekstslide

proefwerk = 14 november
THEMA 1 verbranding & ademhaling;
basisstof 1.1 t/m 1.6 + extra stof 1.7 + 1.8 + 
Leren Onderzoeken 2 en 3( op blz. 67+68+69)

Leer ook de afbeeldingen met naam en functie

Slide 13 - Tekstslide

Maak nu (online) van thema 1
van basisstof 1.6 
opdracht 1 +2 + 3 + 5 t/m 8
Wat niet is is in de les, wordt automatisch huiswerk voor de volgende les. 
Heb je bovenstaande opdrachten af, kies dan uit het maken van;
- basisstof 1.6 - opdracht 9       OF
- werk verder aan je begrippenlijst van thema 1 - 1.1 t/m 1.8 +LO


Slide 14 - Tekstslide